- 008 -

 

 

 

 

 

Een tweede anekdote gaat over mijn voorvader die per se de armelui wilde helpen. 't Was nog de tijd van de kinderarbeid. Kinderen van zes jaar moesten 's nachts om vier uur opstaan om samen met hun ouders te voet naar hun werk te vertrekken en er tot 's avonds zware arbeid te verrichten. In de kolenmijnen werkten die kinderen tussen halfnaakte vrouwen en mannen, waarbij ze soms nog de gevaarlijkste werkjes deden. Zij werden samen met hun ouders op alle gebied uitgebuit. Mijn voorvader kon niet anders dan één met hen te zijn. De machtige katholieke kerk deed niets om die toestand te veranderen. Haar leuze tot de franskiljonse werkbazen was: houd hen arm, ik houd ze dom. Toen zijn de socialisten ontstaan. Hun dagblad Vooruit had nog weinig lezers. Wie het durfde te lezen, werd onherroepelijk door de katholieke bazen ontslagen. Mijn voorvader liet echter dagelijks twee Vooruits op zijn adres toekomen. De katholieken hebben zich dood gezocht om te weten te komen voor wie die tweede Vooruit bestemd was. Na lang zoeken, gaven ze het op. En toen beval mijnheer de pastoor aan de huisbaas om mijn voorvader eruit te zetten. Zijn vrouw, zijn kinderen, zijn huisraad, alles op straat. Zij hebben zich gewroken... Gent werd de bakermat van het socialisme!

De voorouders van henry fungeerden steeds als stuwkracht om verkeerde toestanden te veranderen. Doch de pluimen lieten ze aan de anderen. Ze weigerden alle titels en geschenken. Het enige wat ze ooit hebben aanvaard, is de adellijke schrijfwijze van hun familienaam: Henry werd voortaan henry. Uit erkentelijkheid. Bovendien was het een familie met talent voor kunst.

  

Welke kunsttak oefenden je voorouders uit?

Meestal was dit muziek. Ikzelf heb daar geen talent voor. Op mijn blokfluit kan ik met moeite 'Moederke doe open' spelen. Maar mijn familie had er veel aanleg voor. Mijn vader bij voorbeeld, die had een gave voor muziek. Hij bespeelde verscheidene muziekinstrumenten. Als hobby! Hij kon beter mondmuziek spelen dan de wereldberoemde Toots Tielemans. Samen met zijn vriend Fernand De Mulder kon hij een ganse autobus met zijn mondmuziek opvrolijken. 't Waren allebei echte virtuozen. Meestal gebeurde dit als ze naar 't buitenland gingen schaken. Och, wat heb ik als kind van die reizen genoten!

 

Als ik henry zo hoor vertellen, op zijn eigen plezante manier, zou ik gaan denken dat zijn voorouders een gemakkelijk leventje hebben gehad. Niets is minder waar. Zij leefden immers in België, een land met een zware geschiedenis, waarvan ook zij de gevolgen hebben moeten ondergaan. En bovendien, als Vlamingen in België hebben ook zij het bijzonder moeilijk gehad.