- 008 - |
|||
|
|||
Een tweede
anekdote gaat over mijn voorvader die per se de armelui wilde helpen. 't Was
nog de tijd van de kinderarbeid. Kinderen van zes jaar moesten 's nachts om vier
uur opstaan om samen met hun ouders te voet naar hun werk te vertrekken en er
tot 's avonds zware arbeid te verrichten. In de kolenmijnen werkten die
kinderen tussen halfnaakte vrouwen en mannen, waarbij
ze soms nog de gevaarlijkste werkjes deden. Zij werden samen met hun ouders
op alle gebied uitgebuit. Mijn voorvader kon niet anders dan één met hen te
zijn. De machtige katholieke kerk deed niets om die toestand te veranderen.
Haar leuze tot de franskiljonse werkbazen was: houd hen arm, ik houd ze dom.
Toen zijn de socialisten ontstaan. Hun dagblad Vooruit had nog weinig lezers.
Wie het durfde te lezen, werd onherroepelijk door de katholieke bazen
ontslagen. Mijn voorvader liet echter dagelijks twee Vooruits
op zijn adres toekomen. De katholieken hebben zich dood gezocht om te weten
te komen voor wie die tweede Vooruit bestemd was. Na lang zoeken, gaven ze
het op. En toen beval mijnheer de pastoor aan de
huisbaas om mijn voorvader eruit te zetten. Zijn vrouw, zijn kinderen, zijn
huisraad, alles op straat. Zij hebben zich gewroken... Gent werd de bakermat
van het socialisme! |
|||