|
Op het "exerciceplein", zoals de Gentenaars het militair
oefenplein nabij de Jozef Vervaenestraat noemden,
stelden de geallieerden grote legertenten op voor hun troepen die aan rust
toe waren. Deze militairen verbroederden al gauw met de omliggende
bewoners. Alzo werden henry en zijn familie
bevriend met Pat, Ferry en Bryan. Deze drie Engelse militairen vertelden
over hun oorlogsbelevenissen, die diep inwerkten op de fantasie van henry.
Deze drie mannen maakten deel uit van de "gerboys".
Zij hadden de Duitsers bevochten in Noord-Afrika. Als dank voor de
aangename huissfeer, die ze na al die maanden hadden moeten missen, gaven
ze aan henry het vlaggetje van de gerboys dat tijdens
de gevechten in Afrika voorop de jeep van de commandant stond. Ook kreeg
hij van hen chocolade, iets wat henry voor het eerst zag. Meteen verdween
hij met de repen onder de tafel en maakte van de onoplettendheid der
volwassenen gebruik om bijna de ganse zoetigheid op te eten. Nadat de gerboys er op wezen dat te veel chocolade slecht is
voor de lever, vonden ze henry terug met bolle wangen en vettig bruin van de
chocolade. Gelach. En toen begonnen de anekdotes
over de oorlog. Ieder kende er een pak. Daar was bijvoorbeeld deze over de
katten. Er waren geen katten meer op straat. De mensen hadden honger. Elke
kat die op straat los liep, werd met een lokmiddel gevangen en verdween die
dag in de kasserol. Dan maar liever zelf je kat opeten. Georgette, nog puber
en toch tante van henry, zoende 's morgens haar poes vóór ze naar school
ging; met haar ouders at zij zonder het te weten ze 's avonds op en bleef
nadien urenlang zoeken naar haar kat.
|