- 045 - |
||||||
kwam hij terug
naar school. Hij werd de elfde op tweeëntwintig leerlingen. Een middelmatige
uitslag die niet veel toekomst voorspelde. Maar hij verwonderde iedereen en
in het bijzonder zijn vader toen hij in het tweede leerjaar reeds de vijfde en vanaf het derde leerjaar de tweede van
de klas werd met 91 percent der punten. 't Is toen dat zijn vader, die merkte
dat hij interesse had voor tekenen en schilderen, hem twee wijze raadgevingen
gaf. "Als kunstschilder moet ge een tweede
beroep hebben indien ge een gezin wilt stichten en niet arm wilt leven
vooraleer ge een bekende, oude kunstschilder zijt geworden", was de
eerste en de tweede luidde: "Ge kunt kiezen. Ofwel werkt ge hard op school en dat duurt zowat vijftien jaar. Ofwel moet
ge nadien hard werken en dat duurt vijftig
jaar."
Voor henry lag
het dus vast: hij ging later kunstschilder worden en zichzelf sponsoren
vanuit een tweede beroep. Een anekdote vertelt ons hoe hij eens op tienjarige
leeftijd naar school wandelde naast een klasgenoot, die door zijn hautaine
moeder werd begeleid. Plots zei ze tot haar zoontje vanuit de hoogte:
"Vertel eens waarvoor ge zult leren." -
"Voor dokter, mama", weerklonk het voorgekauwd antwoord. De moeder
bekeek henry en vroeg arrogant met de kin in de hoogte: |
||||||