|
Terwijl de
rijen zich in beweging zetten, voelde henry zich onrechtvaardig behandeld.
Toen zijn klas de trap op ging, glipte hij weg, recht de gang in waar de
bureaus waren van de directie. Vlug keek hij om. De provisor kwam nog niet af
toen henry op de deur van de prefect tikte.
"Binnen!" Reynaerts keek verwonderd
op toen henry zich zo onverwachts aan hem voorstelde en fronste het voorhoofd
toen de jongen zijn vraag herhaalde, er eerlijk bijvoegend dat dit volgens de
provisor niet mogelijk was. "En waarom zou dat niet mogen? Niets
verhindert zulks en gij zijt zeker in staat uw
studies in de moderne afdeling verder te zetten!" Hij nam zijn telefoon
en enkele seconden later kwam een studiemeester
binnen. "Breng henry naar de Derde Wetenschappelijke", gebood hij
en knikte ondertussen vaderlijk naar de jongen. Oef! Gelukt! Alzo begon henry zijn hoger middelbaar in de afdeling
wiskunde. Voor alle duidelijkheid: het klinkt eigenaardig,
maar in het atheneum telde men af; zowel in de oude als de nieuwe humaniora
begon een scholier in de zesde klas en eindigde zes jaar later, ingeval goede
resultaten, in de eerste klas ofte de retorica.
*
* * * * * *
Met
studeren had henry dus helemaal geen problemen, voornamelijk dankzij zijn
ouders. Zij deden al wat nodig was opdat hij in zijn studies zou slagen. Op
het gelijkvloers had zijn vader in de voorkamer een
enorme, gerieflijke, houten bureau geïnstalleerd, plaats genoeg voor alle
leerboeken. Zijn vader kocht al wat nodig
was voor de studies van zijn twee zoons. Bovendien heerste er thuis stilte
tijdens het studeren: zeker geen radio, vader zat in zijn zetel te lezen en
moeder zat te breien. Clarisse was overgelukkig met haar gezin. In die jaren was het voor
een vrouw een ganse eer om een echtgenoot te hebben die voldoende verdiende,
waardoor ze zelf niet buitenshuis moest gaan werken. Een "vrouw aan de
haard" zorgde voor de gezelligheid, het bereiden van de maaltijden en
het onderhoud van het huishouden. Een gelukkig gezin dus.
Zowel henry als zijn broer Patrick genoten van de familiale voorspoed.
P r o t e s t a n t
i s m e
Vader Edmond was nog steeds kwaad op de katholieke
kerk. Terloops vertelde hij het voorval van de mislukte plechtige communie
aan iemand die achteraf een protestant bleek te zijn. "Waarom gaat ge hier dan niet naar de protestantse kerk?" vroeg
die. Edmond was verbaasd dat er in Gent zo'n kerk was. De eerstvolgende zondag nam hij de
twaalfjarige henry mee naar de hervormde kerk op de Brabantdam. De eredienst
was eenvoudig en gezellig. Niet in het Latijn, zoals in de roomse
kerk, maar alles in het Nederlands. Op de banken zaten zowat honderd
gelovigen. Na de dienst nam de dominee aan de uitgang met een vriendelijke
handdruk afscheid van elke kerkganger, ook van henry en zijn vader.
"Wel, wel, een paar nieuwe gezichten", glimlachte hij bemoedigend. 't Was een goedhartige, innemende man en henry
|
|