|
-- Kom maar binnen en neem plaats aan het bord, nodigde de
leraar fysica henry vriendelijk uit, ik zal met u geen probleem hebben. Waren ze maar allemaal zo goed als gij, 'k had veel vlugger gedaan.
Hij stelde alle laatstejaars twee vragen. 't Was er
op of er onder, henry wist dit. Maar hij had geen schrik want hij kende zijn
stof perfect.
-- Waarvoor gaat gij verder studeren? vroeg de
leraar vol verwachting.
-- Voor dominee, mijnheer.
De mond van de fysicus viel open. Verbaasd keek hij henry aan.
-- Voor dominee?! Heb ik dat goed gehoord? Voor
dominee? herhaalde hij nogmaals, terwijl hij met een
onzekere blik naar henry loerde.
Deze knikte bevestigend en de fysicus werd kwader en kwader.
-- Moet ik me daarvoor drie jaar afsloven om nu te horen dat ge voor dominee gaat studeren?! brulde hij.
Plots werd hij stil, héél stil. Hij grinnikte en henry wist dat dit verkeerd
ging aflopen. En, ja, henry kreeg twee vragen die de fysicus nooit stelde. Ze
gingen over twee onnozele, bijna nutteloze hoofdstukjes uit het leerboek.
Tijdens het schooljaar was er terloops iets over verteld en geen enkele
leerling had ze gestudeerd, ook henry niet... Desondanks
werd hij de tweede van de klas en kreeg zijn getuigschrift en diploma
"met grote vrucht", omdat volgens een voorschrift een leerling uit
de moderne wiskundige afdeling mocht gebuisd zijn voor, raar maar waar, fysica!
|
Maar de
grootste verrassing ging nog komen, toen kort na de retorica dominee Van Stipriaan een bijzonder voorstel deed. Deze was zodanig
tevreden dat er nu eindelijk een zeer goed student
klaargestoomd was om de studies aan de protestantse faculteit aan te
vangen, dat hij vond dat het tijd werd om zijn pupil stilaan binnen te
loodsen in de belangrijkere activiteiten van zijn kerk. "Kom naar de
volgende kerkeraad," drong hij bij henry
aan, "dan ziet ge eens hoe het er in zo 'n
vergadering aan toe gaat." Dat was een hele eer voor henry. Op die
bewuste dag zat hij in de consistorie, gans achteraan, enkel als
toeschouwer want hij had natuurlijk nog geen inspraak.
De kerkeraad bestond grotendeels uit rijke Nederlandse
zakenlui, die in België woonden, en een paar Vlamingen. Van Stipriaan vond dat de Vlamingen stilaan de leiding van
de kerk moesten overnemen. Het duurde niet lang of er ontstond grote ruzie,
waarbij de Nederlanders met groot kabaal protesteerden tegen de predikant.
"Dominee, ik verafschuw geruzie tussen vrienden. Zo wil ik geen
dominee worden", deelde de diep getroffen henry eerlijk mee na de
zitting.
En gedaan was zijn roeping!
|
De pijl duidt henry
aan.
Velen begonnen, weinigen eindigden...
De voorgeschreven kledij voor de
leerlingen was: pak met das of strikje;
in de hete zomer mocht een open hemd.
|
|
|