- 074 - |
|||
|
|||
K r i t i e k e t o e s t a n d
Thuis was er veel beeld maar weinig klank. Vader Edmond sprak weinig met henry en eiste enkel dat hij aan de tweede zittijd deel nam. En hoewel Edmond het doorzettingsvermogen van zijn zoon kende, gingen zijn ogen pas open toen hij zag hoe henry reageerde door zijn levensweg te beginnen uitstippelen. In die jaren volstond immers al een getuigschrift van het hoger middelbaar om een schitterende carrière te maken. Van de ZOB-commissaris vernam henry dat hij na een schriftelijke cursus van amper zes maanden een examen kon afleggen voor ZOB-inspecteur, waarna hij later commissaris kon worden. Van zijn grootvader kreeg hij te horen dat hij na een ingangsexamen voor opsteller in de post kon opklimmen via onderbureauchef en bureauchef tot postmeester eersteklas.
A l l e h e n s a a n d e k
Edmond merkte dat hij alle controle over zijn zoon had verloren en deed haastig beroep op een vriend. Deze stuurde zijn zoon Rob naar henry om hem te overreden zijn studies te voltooien. Rob was een zachtaardige jongen, die als beste leerling van de Grieks-Latijnse afdeling het atheneum in het zelfde jaar als henry had beëindigd. Kortom, iemand die henry zeker nog tot andere gedachten kon brengen. Edmond wachtte angstvallig af...
B e l a n g r i j k g e s p r e k
-- Ik heb gehoord dat ge met uw studies wilt stoppen, begon Rob nadat hij henry's studeerkamer eens aandachtig had bekeken. -- Dat is juist, antwoordde henry terwijl hij zich over het bezoek van zijn schoolvriend verwonderde. -- Maar waarom toch? Nu stoppen? Gij kunt toch meer dan dat, hé. Licentiaat in de wiskunde, dat is toch iets voor u? Of in de fysica? Of in de scheikunde? -- Ja, maar van mijn vader moet ik landbouwingenieur worden. En dat duurt te lang. -- Licentiaat is maar vier jaar. Mijn vader heeft al met hem hierover gesproken. Uw vader gaat akkoord, als ge maar verder studeert. -- Ja? Dat is iets nieuws. Maar licentiaat... Dat is ook te lang. -- Te lang? Waarom? vroeg Rob verwonderd. -- Omdat mijn meisje vroeger wil trouwen. Met haar moeder houdt zij dat niet vol! Ik wil haar, neen, ik moet haar helpen. -- Oeioei... In dat geval... Wanneer wil ze trouwen? -- Van zodra ze volwassen is. Van haar ma mag ze niet vroeger. -- En wanneer is ze...? -- Binnen drie jaar. Dan is ze eenentwintig. -- Mijn vader zit in het onderwijs, luidde Rob zijn nieuw voorstel in. |
|||