- 093 - |
||||
|
||||
de examens. Bovendien kregen de leerkrachten van de directie juist vóór de grote vakantie adressenlijsten van leerlingen uit andere scholen, met de verplichting om de eerste twee en laatste twee weken van hun grote vakantie op te offeren om leerlingen te gaan ronselen. En, oh, wee de leerkracht die te weinig nieuwe leerlingen aan bracht! Dus was elke leraar verplicht om die ouders wijs te maken dat hún jonge telg nu juist dé ideale leerling voor zijn school was, ook al was dat ventje geen sikkepit waard; meer nog: Carels was nu toch wel juist dé uitgelezen instelling om hun zeer gewaardeerde afstammeling dé toekomst van zijn leven te bezorgen, zeker! En nog een geluk dat hij bij hen kwam aanbellen, of 't manneke was verloren voor de rest van zijn leven! Met zo'n systeem van aanwervingen konden de leraars van Carels die ventjes op 't einde van het jaar nog moeilijk buizen... Welke garantie boden nog zulke diploma's? Kwam daar boven op nog het systeem van de subsidies...
SUBSIDIEBELEID Carels was een erg grote school en telde naar schatting achthonderd scholieren van twaalf tot achttien jaar, onder wie een gedeelte wegens wangedrag uit andere scholen was buiten gesmeten. Velen waren leerplichtig, maar schoolmoe en soms verwaarloosd door de ouders. Ze werden door de directie van Carels echter gretig opgenomen: scholen kregen immers subsidies overeenkomstig het aantal leerlingen; hoe meer leerlingen, hoe meer subsidies. De rest was voor de directeur en de twee onderdirecteurs bijzaak.
WESPENNEST Carels
was een wirwar van gebouwen, gangen en speelplaatsen, en had meer het
uitzicht van een fabrieks- dan van een schoolgebouw. Er waren technische
afdelingen A2 en A3 en beroepsafdelingen categorie A4. Er heerste een grote
rivaliteit tussen de leraars in de algemene vakken
en deze van de beroepsopleiding. Bij gebrek aan voldoende ingenieurs in die
tijd, waren deze laatste meestal gerekruteerd uit technici of arbeiders, die
een D-cursus volgden om te leren les geven en zonder fouten op het bord te
schrijven. Vroeger moesten zij veertig uur per week les geven, maar onder
druk van de syndicaten werd dit teruggebracht tot even veel lesuren als deze
van de leraars in de algemene vakken.
|
||||