- 211 - |
||
|
||
-- En 't is precies op uw lijf geschilderd nu ik u zo zie zitten met uw pijp in de mond, zie. Nen echte Sherlock. En zie, vanaf uw stoel kijkt g' over uw bureau heen recht naar de paviljoenskoer. -- Dat is een goede opstelling, dit meubel zo rechtover het venster en links van mij de deur naar de gang. -- Ja, want gij zult regelmatig bezoek ontvangen. -- Dan kunnen ze naar die kale muur achter mij zitten kijken, gekscheerde henry. -- Commandant, de korpscommandant is net de stafblok binnengekomen, onderbrak Oswald. -- Oké. Hebt ge uw sabel mee? -- Ja, ja, zei henry terwijl hij naar een zwartleren hoes wees. -- Dan is 't moment gekomen om hem aan te gorden en ons aan Robyns te gaan voorstellen.
-- Om de veiligheid te garanderen hebt ge als N2 ook nog de Chef NP met zijn ploeg NP's ter uwer beschikking, hervatte Vertongen het gesprek nadat ze terug in het N2-bureau waren beland. Ook hebt ge nog de vier eerste matrozen nachtwakers met hun honden. Weet ge dat die honden, net zoals wij, een stamnummer hebben? Als er met hen iets gebeurt, als ze dus bijvoorbeeld sterven, dan volstaat het niet om een putje te maken, hé. Poef, daarin en hop 't is gedaan. Nee, nee. Dan moet het nodige gedaan worden om hen uit te schrijven... ook als ze op pensioen gesteld worden. Haha, daar kijkt ge van op, hé. Het leger stelt hen op gelijke voet van ons. -- Dat verdienen ze. Ik zie graag dieren en zeker de honden. Zij helpen en beschermen de mens op allerlei gebied. 't Is dus normaal dat we hen ook helpen en beschermen. -- Juist... Uw veiligheidsopdrachten voor de officier van wacht kunt ge via de kapitein met weekdienst doorgeven. -- Dat kan komiek uitvallen. Op die manier kan ik bevelen aan mezelf geven. -- Wat bedoelt ge? -- Awel, als N2 kan ik een opdracht geven aan de kapitein van week, die hem meestal doorgeeft aan de officier van wacht... en die functie vervul ikzelf zowat om de tien dagen. -- Ha, dat is ne goeie! 'k Zal nu eens uw N3Mob-adjunct naar beneden roepen. Die zit wat hoger, verduidelijkte hij en nam de telefoon. Guido, met Vertongen, kom eens naar beneden, beval hij en legde de telefoon neer. Guido heeft de zes jaar middelbaar volledig doorlopen en heeft daarna een paar jaar voor een avontuurlijk leven in de koopvaardij gekozen vooraleer onderofficier bij ons te worden. Daardoor is hij nu nog maar kwartiermeester. Hij is zeer verstandig en ondanks zijn lage graad hebben we hem daarom zijn delicate functie gegeven. Toen Guido binnen stapte, de kin lichtjes naar omhoog met boven de op elkaar gedrukte lippen een Salvador Dali-snorretje, evenwel zonder de lange rechtopstaande toppen, vond henry hem meteen een ferme gast en even sympathiek als Oswald. -- Aangename kennismaking, begroette henry hem. |
||