- 233 - |
||
|
||
FELICITATIES VOOR DIEFSTAL Dinsdag, 12 december 1972. De dag voordien had henry voor de zoveelste keer een 'stapje in de wereld' gezet, maar deze keer voor een experimentje. In het café IJzeren Gordijn op de Predikherenrei 53, niet beseffende dat die Brugse straat later in zijn leven van grote betekenis zou worden, had hij een afspraak gehad met Simone, een vrouw van naar schatting zestig jaar. Die had onlangs, sinds 23 oktober, interesse voor hem gekregen en hij ging akkoord. Kwestie van eens te weten te komen of het waar was, dat volgens de gangbare opinie de ouderdom het seksleven verminderde en zelfs vernietigde. Tot zijn figuurlijke en letterlijke voldoening bleek dit niet waar te zijn en blij gemutst - of moeten we zeggen: blij gekepied? - stapte hij die dinsdag zijn stafbureau binnen. Nadat hij zijn mannen een goede dag had gewenst, begon hij zoals gewoonlijk met eerst de dringendste documenten, die in zijn bakje 'in' lagen, af te handelen. Na enkele minuten werd hij gewaar dat er iets niet klopte. Hij keek op. In de stilte van zijn bureau zat Oswald hem met een ongelovige blik aan te kijken. -- Is er iets, Oswald? -- Weet u het dan nog niet, luitenant? -- Wat zou ik moeten weten? -- In het weekend is er ingebroken in het wapenmagazijn. Veertien wapens zijn verdwenen. Daar zijn nu volop twee veiligheidsdiensten uit Brussel bezig met een onderzoek. -- Ah ja? Laat ze maar verder hun werk doen, antwoordde henry kalm en bleef gewoon verder zijn documenten behandelen. Als N2 van de marinebasis besefte hij dat er gedonder op komst was. Plots stapte een officier van de landmacht binnen. -- Zijt gij de veiligheidsofficier? vroeg de man, die duidelijk door Brussel was gestuurd. -- Zeker, commandant, antwoordde henry, wat kan ik voor u doen? Zonder enige uitleg nam de kaki een stoel, zette die schuins over henry's bureau en begon hem knarsetandend te beloeren. In afwachting van een uitval bleef henry de man eerst bekijken. Zijn bruut aangezicht leek eerder op een varkenskop, waarop moeilijk een leeftijd te plakken viel, maar henry schatte hem vijftig jaar. Ze bleven mekaar zo'n twee minuten in de ogen kijken zonder ook maar één woord te zeggen. Daarna deed henry of de commandant voor hem lucht werd en wierp zich terug vol ijver op zijn bakje 'in'. Hij vermoedde dat Brussel een zwart schaap zocht en dat niet vond. Hij had zelfs fors ingegrepen in de vroegere veiligheidsmaatregelen. Hij wist dat hem niets te verwijten viel.
Toen die commandant was vertrokken, vernam henry hoe de inbrekers op een quasi onmogelijke manier de misdaad begingen. Na een paar weken feliciteerde het Gerechtelijk Detachement henry zelfs, omdat hij roeide met de riemen die hij had en meteen kreeg hij van Brussel een cadeau: de door hem destijds gevraagde camera's, die zo'n diefstal in de toekomst onmogelijk gingen maken. ZS2 was fier toen op 12 januari 1973 de marinebasis van Sint-Kruis als de veiligste werd beschouwd. De inlichtingen, die henry nadien vanuit zijn veiligheidsdienst kon overmaken, brachten zelfs het GD op het spoor van de daders.
* * * * * * * |
||