- 313 - |
||
|
||
Zoals gebruikelijk als hij in burger was, droeg henry een gedistingeerd pak en een breedgerande, zwarte borsalino. In zijn zwarte, deftige, lederen tas stak deze keer zijn pyjama en wat klein gerief. Aan de receptie werd hem vanonder een glazen loketwand een formulier onder de neus geduwd. -- Vul maar in, geeuwde het meisje achter 't glas en 't was voor henry niet duidelijk of hij haar huigje mocht bewonderen omdat ze zich verveelde of omdat het nog zo vroeg was. VTZ henry duwde het ingevuld formulier naar haar terug en ze bekeek het met een minachtende blik. -- Wat betekent VTZ? mompelde ze. -- Vaandrig-ter-zee, antwoordde henry, en dat is bij de zeemacht een officiersgraad, die even hoog is als luitenant bij de landmacht. -- Oh, maar in dat geval, vaandrig... hoe-is-het-ook-weer? vroeg ze plots overbeleefd. -- Zeg maar: luitenant. -- Wel, luitenant, in dat geval hoeft u niet naar de wachtzaal te gaan. U mag direct binnengaan bij de dokter met wachtdienst, knikkendeknikte ze alsof de wekker haar klaarwakker aan het schudden was en wees hem zeer bereidwillig de weg. -- 't Zal zeker voor een profielwijziging zijn? lachte de dokter hem na de eerste kennismaking vriendelijk toe. -- Dat zal wel, dok, beaamde henry, terwijl hij zich af vroeg waarom hij daarvoor enkele dagen moest vertoeven in een gebouw vol met alcoholisten, zotten en onwillige dienstplichtigen. -- Officierenpatiënten... die liggen in Zaal 9 bis, zeker? vroeg de dokter aan een in witte kiel gestoken jonge soldaat, die naast hem zat en met een minimum opleiding tot 'verpleger' bij de piotten was gebombardeerd. -- Ja, knikte deze, ook vriendelijk. Nadat de dokter de route naar Zaal 9 bis had uitgelegd, zocht henry z'n weg door een aantal hoge, lange en brede maar propere gangen met ouderwetse vensters en zijn voetstappen weergalmden precies zoals in een aftands klooster, waar de laatste nonnen vele jaren geleden in een gezegende ouderdom waren gestorven. Zie mij hier nu eens lopen in mijn deftige kledij, dacht henry, en waar zijn trouwens al die andere patiënten?
In Zaal 9 bis zaten twee 'verplegers' en twee 'verpleegsters', alle vier in 't wit. Enkel het 'verplegend' personeel mocht een witte kiel dragen, zo vernam henry, terwijl de dokters en de patiënten in burger rond liepen. Aan de ene kant van de zeer hoge en zeer lange 9 bis stonden wel twintig bedden, allemaal proper opgemaakt en mooi afgelijnd. Aan de andere kant had men een tiental hokken getimmerd, waarin telkens drie bedden stonden. Middenin de zaal stonden enkele houten tafels en stoelen. Gans leeg, geen patiënten. Die waren allemaal sinds de voorbije donderdag naar huis gestuurd. "Om de zalen te schilderen", heette dat. Daarom had men dan maar enkele zalen meer naar huis gestuurd. Het personeel was dan geruster. -- Morgen, dinsdag, komen ze terug, deelde een 'verpleger' ook nog mee, enkele patiënten mochten niet naar huis, dat zijn de gestraften. Die zijn ondergebracht in Zaal 11. Gij moet ook naar Zaal 11, voegde hij er aan toe. |
||