- 332 - |
|||
|
|||
Waarom moest je binnenin zo'n goed geolied kader dan nog de reddende engel uithangen? Awel, op 't ministerie werd ik er me voor het eerst van bewust hoeveel sukkelaars er in onze samenleving rond liepen. Het werd me direct duidelijk dat voor hen aparte inspanningen nodig waren. En hoewel het niet specifiek mijn taak was, kreeg ik hen weldra op mijn dak.
Als je taak al zo uitgebreid was, waarom nam je dat er dan nog bij? Om je er een goed beeld te kunnen van vormen, zal ik je een paar voorbeelden opsommen uit die duizenden die ik in die twaalf jaar heb geholpen. Kijk, in de steden waren er wel militiediensten, waar beambten raad gaven en hulp boden aan toekomstige miliciens die in nood verkeerden. Maar erge gevallen verkozen toch om vlug naar 't Ministerie van Defensie in Brussel te rijden.
En die kwamen dan bij jou terecht. Ja. De meesten hadden schrik. Voor velen was het de eerste keer dat ze vanuit hun dorp naar een grote stad zoals Brussel kwamen, waar ze met veel moeite de weg naar 't ministerie moesten zoeken. Eigenlijk waren die sukkelaars voor mijn Franstalige collega, SERI. Maar ik verving hem regelmatig tijdens zijn afwezigheid en al vlug was ik zodanig gekend, dat ze rechtstreeks naar mij kwamen. Wie of wat ze waren, speelde voor mij geen rol: ik hielp werkelijk iedereen. "Ga voor uw probleem maar naar Brussel bij henry", werd een geijkte zin. Mijn naam verspreidde zich alzo over geheel Vlaanderen en Wallonië. Ganse families begonnen mij op die manier te kennen.
Dat er ook nog bij: na het onderwijs, na de kunstwereld en na de marine werd je nu een bekende bij al die families. Elke dag stond mijn succesagenda halfvol met namen van hulpbehoevenden. Velen bleef ik volgen tot wanneer hun probleem totaal was opgelost. Dat deed ik bovenop mijn eigen werk...
Oeioei. Maar daarmee heb je me nog altijd geen voorbeelden gegeven. Wacht maar. Gelukkig voor die sukkelaars werkten we op 't ministerie niet in militair uniform. Stel je voor dat ik hen in officiersuniform had ontvangen, dat zou hen nog meer angst hebben ingeboezemd. En nu enkele voorbeelden. Laat me even nadenken... Zomaar enkele markante gevallen uitpikken uit die duizenden is...
Bah, één voorbeeld is al genoeg, hoor. Kwestie van een idee te krijgen. Awel ja, laat ik het dan hebben over die jongen, die zijn ouders van 's morgens tot 's avonds mee hielp in hun winkeltje. Zij konden zich immers geen winkelbediende veroorloven. Twee dagen vóór de inlijving van die jongen stierf echter zijn vader onverwachts. Maar voor het leger bleef 't oproepingsbevel van die jongen ondertussen bestaan en moest ook uitgevoerd worden. Want bevel was bevel, weet je. En de normale procedure met de ganse administratieve rompslomp om de inlijving tijdig te stoppen, vroeg in deze situatie te veel tijd. Dat was het paard achter de wagen spannen. Bovendien moest die jongen ook voor de toekomst geholpen worden. Awel, ik had de macht om met één vingerknip dat allemaal te regelen. |
|||