- 370 -

 

 

Twee uur later verscheen de Franstalige kolonel in de deuropening van henry's bureau.

-- Wat zit hij daar in de gang te doen?

-- Hij is een gevaar voor mijn bemanning. Hij begint ze opzettelijk te kwetsen met een scherp voorwerp. Straks neem ik contact met de burgerlijke autoriteit. Ondertussen heb ik hem gescheiden van het personeel. Om hem bezig te houden, moet hij pro forma de beweging in deze gang noteren.

-- Niet akkoord. Gij moet hem direct terug zijn vorig werk laten doen.

-- Kolonel, ik ben verantwoordelijk voor mijn bemanning en dus...

-- Nee, nee, nee. Gij zult hem direct terug zijn vorig werk laten uitvoeren, besliste de Franstalige kolonel, draaide zich om en verdween.

Commandant henry stond op het punt om te ontploffen. "Nooit van mijn leven", dacht hij en begon te telefoneren naar de burgerlijke autoriteit.

-- Ah, commandant! Ge hebt geluk, ik ben net teruggekomen van de mess. We hebben u daar deze middag niet gezien. En in de bar ook niet. Toch niet ziek? Scheelt er iets?

Een klein groepje eliteburgers - deze met de hoogste graad - hadden de toestemming om in de officiersmess te eten. Zij kenden henry zeer goed en genoten regelmatig in de bar van zijn gezelschap.

-- Ja. 'k Zit sinds deze middag met een probleem en gij kunt me helpen.

-- Zeg maar.

-- Onlangs kregen we er een invalide bij. Die kreeg ik cadeau van mijn patroon...

-- Gaat het over Sotmans? Cadeau, haha... een vergiftigd geschenk misschien?

-- Ja. Mijn baas is Franstalig en ik begin te vermoeden, dat hij me inderdaad een peer heeft gebakken. Maar vandaag werd het te erg.

-- Wat is er gebeurd?

In geuren en kleuren begon henry te vertellen over alle problemen die 'dat manneke' reeds had veroorzaakt sinds hij op zijn schip was beland. Toen hij over de speld had verteld, hoorde hij zijn gesprekspartner aan de andere kant van de lijn een scherp fluitgeluid maken.

-- Wat er met de invaliden moet gebeuren, daar beslis ik niet over, maar wel mijn collega. En die is nog een paar weken met vakantie.

-- Zolang kan ik niet wachten. Mijn kolonel gaf me het bevel om Sotmans terug tussen mijn mensen te laten werken. Dat bevel is dwaas, onoordeelkundig en gek. Dat kan ik niet uitvoeren. Sotmans moet weg.

-- Heeft hij nog vakantiedagen te goed?

-- Ja. Hij werkt hier nog maar enkele weken, dus...

-- Awel, ik stel voor dat u een schriftelijk verslag opstelt van alle feiten. Dat zal ik dan aan mijn collega bezorgen van zodra hij uit vakantie terug is. En dat is over twee weken. Intussen stuurt gij Sotmans met verlof.

-- Maar die heeft hier amper enkele weken gewerkt. Mag hij dan al zoveel vakantie krijgen?

-- Jaja, ge moogt van mij.