- 394 - |
|||||||
Vader Edmond trachtte zelfs henryEC nog in enkele postume wilsuitingen extra te
treffen: op de dag van de begrafenis kreeg hij als oudste zoon niet zijn rechtmatige
zitplaats in de protestantse kerk en tijdens de gehele eredienst gaf de
dominee uitleg over allerlei affronterende Bijbelteksten om de atheïstische
henry te raken. Maar niets kon nog doorheen henry's schild
doel treffen. Zelfs later niet bij de dood van zijn moeder, toen het
familiefortuin spoorloos was verdwenen. * * * Daar was...
van
7 tot 31 oktober 1978 ook de succesvolste kunstexpositie die men in
Vlaanderen tot dan toe had gekend. Op de vernissage alleen al waren er
honderdtwintig bezoekers. Ongezien op eender welke vorige
schilderijententoonstelling. De kunstzaal stond al vol bezoekers en nog
steeds kwamen er mensen bij. Iedereen bleef maar kijken en praten en
bewonderen. Hoewel de moderne expositieruimte zeker niet klein was, moesten
de laatste twintig gearriveerden aan de voorgaanden
vragen om even te willen buitenkomen om in de overvolle zaal ook een glimp
van de kunstwerken te kunnen opvangen. Van deze gebeurtenis werd een kortfilm
gemaakt, waarvan in een scène de glunderende drie exposanten naast elkaar te
zien zijn: henryEC, zijn broer Patrick ofte Pat, en
Bloemans, die zich op de
affiche dubieus presenteerde onder het pseudoniem R.G.C. Ensor.
Over de tentoonstelling werd nog lang naverteld. Maar voor de gebroeders kwam het nadien tot een breuk, omdat henryEC een financieel zeer interessant aanbod van de onderwereld begon te dwarsbomen.
* * *
Daar was...
als gevolg van het succes in Oostende opnieuw een groeiende belangstelling voor henry's schilderijen. Iemand met een zwakke gezondheid had veel ontzag voor de trekvogels en wilde van hem een schilderij: "Hoe is het toch mogelijk dat die dieren over de wereld heen hun weg blijven vinden en daarbij aan alle gevaren kunnen ontsnappen? Kunt ge me een paar miniatuurtjes met trekvogels maken, zodat ik vanuit mijn bed of luie zetel over hun leven kan dromen?" Een ander had een zoon, die een restaurant ging openen en daar aan de muur een bruegeliaans schilderij wilde hangen, en zei: "Ik hou niet zo van kopieën. Het moet een origineel van u zijn, maar dan op z'n Bruegels." |
|||||||