- 429 - |
||
|
||
Moest je dan van de dokter niet in beweging blijven? Dat ook, natuurlijk. Op zijn aanraden volgde ik in het UZG een trainingscursus bij de kinesist om mijn hart terug op peil te brengen. Door zijn oefeningen werd de taak van enkele hartspiertjes die afgestorven waren, vlugger overgenomen door andere hartspiertjes. Maar het gerucht had zich vlug verspreid dat ik die cursus volgde en enkele UZG-dokters deden via de kinesist algauw op mij beroep om enkele probleemjongens te helpen, die kort nadien hun legerdienst moesten doen.
Dat is een goeie! De patiënt die de dokters hielp! Ja, waarom niet. Eigenlijk voelde ik toen al dat mijn leven niet ging veranderen. Voor die tussenkomsten belde ik dan naar mijn manschappen in Brussel en zei wat ze moesten doen. Maar dit terzijde, om verder te vertellen: ook maakte ik korte, kalme wandelingen in Gent en je kunt het al raden: het Museum van Schone Kunsten werd regelmatig mijn trekpleister. Als MSK-lid mocht ik er gratis gaan rondneuzen. Ik bestudeerde daar enkele schilderijen waarvoor ik een voorliefde had. Kunstschilders stonden in dit kunstmuseum echter niet hoog aangeschreven. Tegenstrijdig, toch? Hier speelde de politiek de grootste rol. Enkele jaren nadien kwam ik dan ook in botsing met de hautaine, franskiljonse leden en kort nadien ook met de linksgezinde conservator.
Het moet al ver gaan als jij met iemand in botsing komt. Maar ik weet dat jij ook je limieten stelt. Maar nu terug ter zake. Je zei dat je niet alleen in het ziekenhuis, maar ook thuis nog bezoek kreeg. Jaja. Van goede kennissen. Van bevriende familieleden. En ook van mijn kolonel, luitenant-kolonel Bunckens, vergezeld van een gedeelte van mijn bemanning. Bunckens zei zelfs dat hij me, van zodra ik terug kwam werken, op mijn 'schip' niet vroeger dan om tien uur wilde zien arriveren en dat hij me om halfvier wilde zien vertrekken.
Dat was toch goed nieuws, hé? Natuurlijk. Een uitstekend bevel. Hiermee nam de kolonel het voornaamste feit weg dat naar mijn hartinfarct had geleid. Ik mocht ook de VKO op het lijstje van mijn opdrachten schrappen.
En hoe zat het ondertussen met het schilderen? Zoals iedereen zal kunnen opmerken, heb ik me in die maanden beperkt tot kalme schilderijen. Ik trachtte me in die periode door geen enkele gebeurtenis te laten opjagen en dus ontstonden er uit mijn gedachten toen geen Expressieven. Ik schilderde wel enkele doeken van mijn reeks 'Zeg het met bloemen'. En de clown 'Joopke', waaraan ik vóór mijn hartinfarct was begonnen, werkte ik af. En één schilderij refereert aan mijn hartinfarct. |
||