- 433 -

 

EERSTE KENNISMAKING

Wanneer leerde je die Franstalige kolonel voor het eerst kennen?

Kennen? Verre van. Een duister geval! Pas na enkele maanden begon ik hem te doorgronden, maar toen was het al een drama aan het worden. Het begon op 9 augustus 1985, dag waarop ik hem uitleg moest verschaffen over de opdracht en de werkzaamheden van mijn 'schip'. Voor het eerst zag ik toen die kolonel Waalmans van dichtbij. Hij ging mijn vijfde kolonel worden op het ministerie te Brussel. De vijfde. Maar wel de tweede Franstalige. Van de eerste Franstalige hield ik nog een slechte herinnering over. Wat scheelt er toch met die Franstaligen, hé?! Zijn ze dan werkelijk zó gebeten op ons omdat hun grondgebied niet tot aan onze kust reikt?

 

Kalm, henry, kalm. Vertel liever verder over je belevenissen.

In het begin bleef Waalmans behoedzaam, waarschijnlijk omdat hij nog niet van alles op de hoogte was. Zijn eerste fout die mijn aandacht trok, was dat hij geen Nederlands kon. Nochtans moet elke Belgische militaire officier reeds vanaf luitenant zeer goed tweetalig zijn en boven de graad van commandant moet hij perféct tweetalig zijn. Ik herhaal: perféct! Waalmans moest om zo te zeggen bijvoorbeeld alle onderdelen van een auto tot in de kleinste details in het Nederlands kunnen benoemen. Er was dus op zijn twee taalexamens iets loos gebeurd. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt bij de Nederlandstalige officieren. Hun taalkennis werd in België zeer goed gescreend. Maar van de Franstalige...

 

Hoe heb jij dat gebrek aan taalkennis bij Waalmans geconstateerd?

In de eerste dagen richtte hij zich altijd in het Frans tot mij en andere officieren en daardoor viel dat gebrek niet op. Want ook wij moesten tweetalig zijn en dus Nederlands en Frans spreken. Bij de Zeemacht was Engels zelfs ook een vereiste. Maar na enkele weken voelde Waalmans zich wat comfortabeler in zijn stoel en begon stilaan uit zijn schulp te kruipen, maar viel daarbij meteen door de mand. En dat terwijl hij zijn tweede elementaire fout beging: hij verzamelde de onderofficieren en het burgerpersoneel in een lokaal voor een toespraak die hij wilde houden... zonder dat hij zijn officieren ook had uitgenodigd!

 

Dat is in een leger toch ongewoon?

Natuurlijk! In een leger druppelt alles van omhoog naar omlaag via elk echelon. Elk bevel, elke opdracht, alles moet onbetwistbaar blijven.

 

Hoe is die toespraak afgelopen?

Dat de kolonel in mijn afwezigheid rechtstreeks opdrachten begon te geven aan mijn manschappen, was ondenkbaar. Ik kan me niet voorstellen, dat één van mijn mensen op mijn vergadering plots zou opmerken: "Commandant, wat je beveelt, mag niet, want de kolonel heeft het anders gezegd." Pardaf! De twist kan dan beginnen! Dus ben ik ook naar die toespraak gaan luisteren.

 

Wat heeft Waalmans over je aanwezigheid gezegd?

Hij kwam binnen en heeft daar niets over gezegd. Ik was de enige aanwezige officier. Ik zat tussen mijn personeel. Vooraan in de hoek op een eenzame stoel zat een Nederlandstalige majoor en ik vroeg me af wat die daar zo gans alleen zat te doen.