- 448 -

 

 

Ja. Kolonel Bunckens was met dat idee begonnen en nadien werd het zelfs een aanrader van de dokters.

Juist. Awel, van Waalmans moest ik nu beginnen werken tussen acht en halfnegen en dit tot vijf uur. Dat zou ik toen onmogelijk hebben uitgehouden. Ik wist het toen nog niet, maar mijn revalidatieperiode heeft ongeveer vijf jaar geduurd vooraleer ik volledig was hersteld. Pas vanaf toen durfde en kon ik terug volop lopen en dansen. En dat deed ik zo graag. De duur van zo'n revalidatie verschilt van geval tot geval naargelang de schade die het infarct heeft aangericht.

 

Van halfnegen tot vijf. Maar legerofficieren zijn toch niet gebonden aan werkuren.

Dat klopt, maar bevel is bevel. Daarom nam ik contact met de militaire hoofddokter van de Zeemacht en er ontbrandde daarna een strijd tussen de militaire dokters en Waalmans. Periodiek stuurden zij een doktersvoorschrift naar mij op, waarin onder andere stond dat ik maar van tien tot vier mocht werken. Dit legde ik dan voor aan Waalmans.

 

Waarom ging je daarvoor naar de Zeemacht? Was er dan geen dokter verbonden aan het Ministerie van Defensie in Brussel?

Natuurlijk wel. In dit ministerie werkten immers veel militairen en er was daar dus ook een infirmerie met verplegers en een dokter. Waarom ik op dat moment niet naar hem ging? Omdat ik daar iets verdachts had opgemerkt. Je begrijpt wel dat ik voor mijn hart medicamenten moest slikken. Die kon ik zoals elke burger mits betaling gaan halen bij een apotheker van de burgerbevolking. Meestal deed ik dat in het weekend, want tijdens de werkuren had ik geen tijd om naar de infirmerie van ons ministerie te gaan. Maar uitzonderlijk ging ik er toch eens naartoe, want de geneesmiddelen waren daar gratis voor de militairen.

 

Lag die infirmerie ver verwijderd van je 'schip'?

Erg ver was het niet. De infirmerie lag in een apart gebouwtje. Toen ik daar op een dag voor mijn medicatie was binnengestapt en door de gang wandelde, passeerde ik er op weg naar de verplegers het dokterskabinet, waarvan de deur open stond. In een flits zag ik dat daarbinnen de militaire dokter bijna stokstijf naast zijn stoel stond waarop een generaal had plaatsgenomen, die een medisch dossier van iemand aan het doorsnuffelen was.

 

Maar is dat geen schending van het medisch beroepsgeheim? Dat is een strafbaar misdrijf. Ik weet dat dit in het Strafwetboek staat. En misschien was het wel jouw dossier. Was het soms niet die FDF-generaal die daar zat?

Misschien wel. Hij geleek er alleszins op. Die dokter durfde nadien alleszins niet meer voor mij in te staan. Als je dit weet, zul je beter begrijpen waarom ik me tot de militaire dokters van de zeemacht richtte. Op hen had een generaal van de landmacht geen invloed.

 

Zijn de dokters van de Zeemacht erin geslaagd om Waalmans een toontje lager te doen zingen?

In het begin wel. De dokters stuurden - telkens als het nodig was - een voorschrift op met faciliteiten voor mijn diensturen. Daarop verwittigde Waalmans mij eind oktober 1987 dat hij hiervoor zomaar vijftien dagen ging aftrekken van mijn aantal resterende verlofdagen.