- 452 -

 

 

Maar konden alle toekomstige miliciens dan niet zomaar beweren, dat ze gehuwd waren om dichtbij hun huis gekazerneerd te worden?

Neenee. De gehuwden moesten altijd - ik herhaal: altijd! - een officieel 'uittreksel uit de huwelijksakte' van hun gemeente kunnen voorleggen. Als ze al gehuwd waren vooraleer ze het Klein Kasteeltje passeerden, moesten ze reeds dáár dat uittreksel voorleggen waardoor mijn 'schip' er op de hoogte van kwam. En wie nog huwde in de periode tussen het Klein Kasteeltje en het begin van zijn legerdienst moest dit uittreksel opsturen naar mijn 'schip', waar het behandeld werd door mijn bemanning op de 'brug' of in mijn 'radiohut' al naargelang het tijdstip waarop dat attest binnenkwam. Op die manier werkten we volgens de wet. Maar, om het ludiek te zeggen: Waalmans was niet in staat om zo'n 'radiohut' in zijn software in te bouwen.

 

Ik voel het al aankomen: hij zocht tijdens zijn automatisering een uitweg om uit die impasse te geraken en gaf daarom aan jou een onwettig bevel. Juist?

Bingo. Hij wilde dat probleem inderdaad omzeilen. Daarom deelde hij op die vergadering van half mei aan ons mee, dat hij van plan was om een huwelijksbelofte te aanvaarden als een definitief bewijs dat de milicien wel degelijk kort nadien ging huwen. Mijn 'schip' moest van hem dus elke huwelijksbelofte die bij ons arriveerde, gelijkstellen met een huwelijksakte.

 

Nu begrijp ik het: jij kwam daartegen in verzet.

Natuurlijk. Het is nooit zeker dat iemand zijn huwelijksbelofte zal nakomen. Dat is een groot verschil met een 'uittreksel uit de huwelijksakte', dat door een gemeente enkel aan iemand werd afgeleverd ná zijn huwelijk. Enkel dát was het wettelijk bewijs dat een milicien gehuwd was. Met de huwelijksbeloften gingen misbruiken en wantoestanden ontstaan.

 

Welke?

Om te beginnen: het zou niet lang duren of gans het land ging Waalmans' nieuw systeempje kennen. Vanaf dan zou elke toekomstige milicien wel een meisje vinden die bereid was om met hem op het gemeentehuis een huwelijksbelofte af te leggen. Daarna kon hij dat bewijs naar mij opsturen en moest ik hem volgens Waalmans als een gehuwde behandelen. Enkele dagen later konden die jongen en dat meisje hun belofte op de gemeente gaan verbreken en kon die jongen zelfs een feestje bouwen om dat meisje te bedanken. Die jongen kon me dan vierkant in het gezicht komen uitlachen. Maar wat nog erger is: het systeempje van de kolonel kon groot nadeel bezorgen aan de échte gehuwden. Want met de 'valse gehuwden' was het mogelijk dat er dichtbij hun woonst geen plaats meer overbleef voor de echte.

 

Hoe heb jij je verzet tegen je kolonel?

 Op die fameuze vergadering had ik Waalmans daar al op gewezen. Hij bekeek me eens en ging voort met de andere punten die op zijn agenda stonden. Hierdoor dacht ik dat hij met mijn opmerking ging rekening houden. Maar neen: enkele dagen later dreef hij met zijn nota van 20 mei 1987 zijn wil door. Ik was er ondersteboven van toen die nota op mijn bureau lag. Nog nooit had ik tot op die dag een bevel gekregen dat onwettig was. Zoiets kon ik toch niet aan mijn bemanning doorgeven?! Na lang nadenken vroeg ik aan Waalmans met mijn nota van 1 juni 1987 een extra schriftelijke bevestiging.