- 489 - |
||
|
||
Van 22 september tot 1
oktober 1989 huurden de Expressieven op de internationale expositie in
Libramont een expositieruimte van tien meter. Tijdens die anderhalve week
moest henry arbitreren in een paar geschillen tussen de Expressieven. Dat
overtuigde hem eens temeer dat een harmonieuze samenwerking tussen
kunstenaars meestal een utopie is. "Kijk maar naar Vincent van Gogh en
Paul Gauguin", dacht hij. "Het is de eerste keer, maar ook de
laatste keer, dat ik voor mijn volgelingen zoiets inricht. In 't vervolg moet
ik ze gescheiden houden", nam hij zich voor.
<<<<< henry en Rob <<<<< In
het jaar dat aan de Golfoorlog voorafging kwamen de Expressieven weerom fel
in de aandacht. Na de expositie in Libramont begon men zich in het buitenland
zeer te interesseren voor henry en zijn kunstrichting. Vooral Duitsland drong
zich hierbij op de voorgrond. Bovendien werd de Vader der Expressieven
opgenomen in enkele biografische encyclopedieën. Twee van zijn typische
uitspraken waren: “Schilderen verlicht me” en “Een dag waarin ik kan
schilderen is voor mij geen verloren dag”. Als op 10 april 1990 de Gentse
Schepen van Cultuur de eerste prijs uitreikte aan Robert Van Ronsse - toen de
belangrijkste volgeling van henry - werd dit meteen aangezien voor de
officialisering van de Expressieven, een grootse dag voor deze kunstschool.
De overhandiging op die dag van de trofee aan Rob - zoals Robert beter gekend
stond in de kunstwereld - gebeurde om halfelf in de historisch vermaarde
‘Zaal met de Twee Haarden’ van de Gentse Sint-Pietersabdij in aanwezigheid
van vijfentwintig belangstellenden en drie vertegenwoordigers van de pers en
de radio. Daarna werd er de ganse dag gevierd op restaurant en in menig café.
De vreugde bij de Expressieven kon niet op toen reeds kort nadien opvallend
mooie artikels verschenen in enkele dagbladen en henry in een interview op
radio BRT2 uitleg mocht verschaffen over de Expressieven. Nadien ontving
henry zowel thuis als in de Zeemacht van overal felicitaties. |
||