|
In afwachting dat Timi
zou besluiten wanneer ze uit haar ouderlijke woonst ging vluchten, begon
henryEC alvast op 27 oktober 1992 zijn huis om te bouwen tot een versterkte
burcht. Kwestie van weerstand te kunnen bieden tegen de ‘bende van Berten’.
En op die datum had hij zeker niet te vroeg gegokt, want twee dagen later
deelde Timi hem al mee dat ze haar biezen wilde pakken op nieuwjaarsdag.
“Ik wil het Gineï en Berten niet vroeger aandoen, zodat ze nog een goede
oudejaarsdag zullen kunnen vieren”, legde ze aan henry uit en dat was zo
een van die vrouwelijke argumentaties waar henry zich allengs in zijn leven
had bij neergelegd. Zijn huis ombouwen tot een burcht, hield natuurlijk
meteen ook in dat hij vanaf die datum de ouders van Timi niet meer in zijn
huis mocht uitnodigen.
|
|
Bovendien, om nog beter
tegen de ‘bende van Berten’ opgewassen te zijn, ging henry ondertussen al
sinds enkele weken eenmaal in de week met een pistool schieten in een
Gentse schutterij. Die was gelegen nabij het Gents Patershol, in een
winkel. Achteraan had de winkelier daar een schietbaan ingericht. Daar
schoot henry de eerste keer op twaalf meter afstand in zestien seconden met
een slecht afgestelde Smith & Wesson tien kogels recht in de zwarte
roos van de schietschijf, een roos die even groot was als een mensenhart.
In het leger waren de officieren immers gewoon om dergelijke prestaties te
leveren vanop vijfentwintig meter. Die eerste keer had de winkelier twee
ongure types – waarschijnlijk leden van de club - achter henry opgesteld om
eens zijn kunde in te schatten. Maar die werden zó bang, dat ze al na tien
seconden waren verdwenen. Zij waren gewoon aan de gewichtigdoenerij in hun
club: met buitensporige gebaren vuurden de leden om de een à twee minuten
slechts één kogel af.
|
Om aan een
wapenvergunning te geraken, moest een burger zich in die tijd eerst lid
maken van een schutterij. Daarna moest hij daar gedurende de eerste acht
maanden regelmatig bewijzen dat hij met een wapen goed kon omgaan. Voor een
ervaren militaire officier in ruste was dit natuurlijk een absurd
voorschrift. De wapenwinkel waar henry zich had ingeschreven, was gelegen
middenin een immigrantenbuurt en henry stond perplex toen hij zag hoe de te
koop gestelde wapens er open en bloot voor het grijpen lagen. Ongure leden
kwamen er op de schietstand oefenen. De winkelier zag er trouwens niet
minder gemeen uit. Er werd gesjoemeld. Zo zag henry hoe een minipistooltje
‘onder de toog’ werd verkocht. Eens in de maand kwam de wijkagent het
schietbaanboek controleren, maar het was toch voornamelijk de winkelier die
hem zei aan welke nieuweling een wapenvergunning kon gegeven worden. Het
wederzijds wantrouwen tussen henry en de winkelier groeide met de dag en
van zodra Timi aan henry had gezegd dat ze op nieuwjaarsdag wilde vluchten,
besefte hij dat hij onvoldoende maanden zou geschoten hebben om een wapenvergunning
te krijgen.
|
|
|