- 548 - |
|||
|
|||
Van deze observatiepost had
hij Timi enkele dagen voordien al op de hoogte gebracht, toen ze hem over het
oudejaarsavondfeest bij de Van den Abeeles had verteld. Hierdoor had hij zijn
planning wat moeten bijsturen. Hij moest immers met zekerheid weten wanneer
Timi na dat feest met haar ouders ging thuiskomen. Als dat later dan het uur
H ging gebeuren, zou ze met knipperlicht op haar slaapkamer aanduiden wanneer
ze klaar was om te vluchten. Terwijl henry daar nu in de Gapaardstraat
parkeerde, was het er niet alleen donker met slechts hier en daar een
straatlantaarn, maar ook erg koud, eenzaam en muisstil. Niemand op straat.
Soms ging er een deur open en dan klonk er wat opgewekt muziek vanuit dat
huis. Om toch maar geen enkel risico te lopen, dekte henry ook de autoruit
naast hem met zwart, mat kartonpapier af. Daarna stelde hij zijn verrekijker
scherp in op het huis van Timi. Om halfvier was er van haar en haar ouders
echter nog niets te bespieden. Het uur H was al voorbij! Het was ijskoud
geworden en henry zat in de passagiersruimte van zijn ‘popemobile’ met een
deken rond zijn knieën en voeten. Tosca lag naast hem te slapen. Het voordeel
van een husky op zo’n moment was dat zo’n hond niet alleen goed bestand was
tegen de koude, maar ook nooit de ongewenste aandacht zou trekken door
geblaf. De tijd kroop tergend langzaam voorbij. Het werd vijf uur. Halfzes.
Zes. In spanning zag henry hoe het uur van de zonsopgang naderde en besefte
dat het moeilijker en moeilijker ging worden om Timi te helpen ontsnappen.
Plots - het was zeven uur! - schoot een kanariegele Mercedes 240 op de
Coupure in een flits voorbij de Gapaardstraat. Er reden niet veel rond met
die kleur. Dat moest dus de auto van Berten zijn! En inderdaad, enkele
seconden later stopte hij aan zijn huis. Timi en haar ouders stapten uit en
gingen het huis binnen. Het was nog donker. Nu nog wachten tot dat
knipperlicht, dacht henry. Door zijn verrekijker speurde hij naar elk detail
dat van belang kon zijn. Op dat moment echter daalde plots een dikke mist
neer en met uiterst veel moeite kon hij nog juist gepast zien wat onverwacht
gebeurde: twee minuten nadat Timi en haar ouders waren binnengegaan, kwamen
ze weer buiten, stapten daarna in de auto en vertrokken in vliegende vaart.
Verstomd bleef henry eerst nog een tijdje door zijn verrekijker kijken of ze
niet terugkwamen en ging daarna naar hen op zoek. Maar uiteindelijk moest hij
onverrichter zake naar Gent terugkeren. * *
* Ondertussen speelde er zich
een komisch drama af. Voor Gineď, die zich op het oudejaarsavondfeest van
haar familie had bezopen als een kanon, was het thuis te klein en daarom
eiste ze dat Berten en Timi met haar nog op de lollige toer gingen. Maar die
lollige toer draaide uit op een halsbrekende toer: omdat Berten net buiten
Brugge naar het oordeel van Gineď niet snel genoeg reed, rukte zij
onverwachts aan zijn stuur. Daardoor begon de auto te slippen, daarna
tweemaal overkop te rollen om uiteindelijk op z’n dak te blijven liggen. Berten
bloedde aan zijn hoofd en armen. Timi, die in dat avontuur gelukkig ongedeerd
bleef, trok hem met veel moeite uit de wagen. Daarop kroop Gineď groen van
nijd naar buiten en viel Timi aan, trok haar zwarte bontjas van het lijf en
wierp die in de natte gracht. Timi ging die er zelf uithalen en zorgde er
zelfs voor dat de pechdiensten arriveerden. Die beschouwden de auto meteen
als totaal verloren en brachten hen met het wrak naar huis. Daar ontstond
grote ruzie tussen Berten en Gineď, waarbij deze laatste zodanig woest werd
dat ze haar dochter bij de haren greep en over de vloer sleepte. Aan gans dit
avontuur kleefde een groot pluspunt voor Timi: het ging Berten immobiliseren
tijdens haar exodus. * *
* |
|||