Het kon niet
anders of Timi was op haar bed in slaap gevallen! Dat besefte henry maar al
te goed en hij besloot een groot risico te nemen: hij zou haar gaan wakker
maken. Op het moment echter dat hij de reservesleutel in het voordeurslot
stak, hoorde hij een gekraak aan het raam van Timi: die was gelukkig
vanzelf terug wakker geworden. Het was op dat moment al vier minuten vóór
halfvier. Ze keek naar buiten en ontwaarde henry. Vanaf dan ging het vlot.
Zonder ook maar één woord met hem te moeten wisselen, begon ze al haar
persoonlijke voorwerpen groepsgewijs naar beneden te gooien. Veelal waren
het dingen die ze in het voorbije jaar van henry had gekregen. Zowat om de
vier minuten viel er op het trottoir een pak klederen met ander gerief.
|
|
Dat raapte
henry dan telkens vlug op en droeg het om de hoek naar de Fiorino. Tussen
de derde en de laatste beurt zag henry plots enige beweging achter het
linkervenstertje. Dat kon niet anders dan Gineï zijn, die daar onverwachts
stond en eens naar buiten keek. Hij wist dat zij ’s nachts soms eens wakker
werd en dan stiekem uit het gezicht van Berten in het gangetje haastig een
sigaretje ging roken. Vlug had henry dekking gezocht in het portaal van de
buurvrouw en hoopte vurig dat Timi, die zonder het te weten en slechts
gescheiden door een muur op amper twee meter afstand van haar moeder stond,
op haar slaapkamer geen enkel geluid maakte en dat ze deze keer haar
volgend pak ietsje later naar buiten ging werpen. En ja, het geluk lachte
hen toe: pas toen Gineï van het venster was verdwenen, kwam het volgend pak
naar beneden. ’t Was toen tien vóór vier. Omdat vele treden van de smalle,
oude trap kraakten, was Timi verplicht langs de steile trapleuning naar
beneden te glijden.
|