- 572 - |
|||
|
|||
Maar henry doorzag de list
en pleegde overleg met zijn advocaat. Deze was een van de beste Gentse
juristen en tevens een reserveofficier van de Zeemacht. Hij werkte een plan uit
en op zaterdag 6 maart 1993 verscheen hij om halfelf met Timi en twee
rijkswachters aan de deur van Berten en Gineď, terwijl henry vanuit een
straat verder alles observeerde. Gineď was verplicht de rijkswachters met
Timi binnen te laten, maar weigerde de toegang aan de advocaat, die dit
natuurlijk had verwacht en dan maar gemoedelijk aan de voordeur de wacht
bleef houden, terwijl hij geruststellende tekens gaf in de richting van
henry. Intussen had Berten goed begrepen dat henry hem in alles altijd de baas
ging zijn en begon daardoor op een vriendschappelijke manier zowel met zijn
dochter als met de rijkswachters te praten. Maar Gineď werd nijdiger en
nijdiger. Zij zag in dat haar plan door de aanwezigheid van de ordehandhavers
in duigen viel. Daarom spande ze zich in om het Timi zo moeilijk mogelijk te
maken: door volop tegen haar dochter te blijven praten, hoopte ze haar
aandacht te doen verslappen, waardoor die een deel van haar spullen zou
vergeten. Toch slaagde Timi erin om na een halfuur met het grootste deel van
haar spullen buiten te geraken. ‘s Avonds ondernam Gineď nog een poging om
het huwelijk van haar dochter met henry kapot te krijgen. Ze gooide voor de
gelegenheid haar grote vijandschap tegen Pietje Potlood - het oud lief van
Timi - even overboord, gaf hem het telefoonnummer van henry en vertelde dat
het moment zeer gunstig was om naar haar dochter te telefoneren en met haar
afspraakjes te beginnen maken. Toen Timi daar echter niet op inging, belde ze
zelf en deelde aan Timi mee dat haar vader dringend werd opgenomen in een
hospitaal. Maar ook deze list mislukte, want henry nam meteen contact met de
officiële hulpdiensten en zij weerlegden die bewering. Dit alles veroorzaakte
voor Timi zoveel stress, dat ze vlug wilde gaan slapen. Maar na amper een
paar uur nachtrust schoot henry wakker: de telefoon stond roodgloeiend en hij
nam af. -- Hallo, met henry. -- Ik zit hier op café, in
Gent. Ik zou Tamara eens willen spreken. Kan ik eens afkomen? -- Minuutje, antwoordde henry,
die de stem meteen had herkend en Timi voorzichtig begon wakker te schudden. -- Wat is er? vroeg Timi. -- Uw vader aan de lijn. Hij wil naar hier komen om u eens te spreken. -- Laat hem maar komen, geeuwde Timi tot henry, waarop die zijn jonge vrouw verbouwereerd aankeek en op dat moment niet eens besefte dat zij die onverwachte beslissing nam uit schrik. -- Oké, Albert, kom maar af. Een halfuur
later zaten ze alle drie volop gezellig te babbelen in de living en henry
dacht bij zichzelf: een vermeden gevecht is in die situatie ook een gewonnen
gevecht. Hij was blij dat het nu goed begon te gaan tussen Timi en haar
vader, want hij wist dat het oedipuscomplex slechts uitzonderlijk uit te
schakelen viel. Onder het drinken van meerdere glazen waren ze het er zelfs
alle drie gloeiend over eens dat Ginette aan de basis lag van alle
moeilijkheden. Bij het krieken van de dag vertrokken ze naar de
geboortestreek van Berten, naar Torhout en Roeselare, omdat hij hen per se de
plaatsen wilde tonen waar hij regelmatig naartoe ging. Dat waren uiteraard
enkele cafés. Daar kon henry niet anders dan enkele rondjes geven, want
Berten had weeral eens niet veel geld bij zich… En ook de villa van een
familielid, een meubelfabrikant, liep in de kijker en Berten stelde daar
henry voor als zijnde de schoonvader van zijn dochter… Nadien zorgde
henry er wel voor dat zoiets maar eenmaal gebeurde en dat hij door Berten
altijd werd voorgesteld als zijnde de echtgenoot van Tamara. |
|||