Dinant
haalde de romanticus in henry naar boven. Al sinds zijn prille jeugd had
hij met lange, zeer lange tussenpozen dit stadje bezocht, waarvan naar zijn
gevoel de Citadel dag na dag en nacht na nacht zegevierend neerkeek op de
bombastische Maas. Aan de oever van deze stroom stond henry op een late
avond naast zijn motorhome onder een straatlantaarn te schilderen, toen een
kunstenares achter hem voorbij kwam wandelen en misprijzend zei: “In zo’n
donker kunt ge toch niet schilderen!” Maar henry, hij schilderde verder.
|