Door de
samenvoeging van verschillende Belgische gemeenten ten tijde van de grote
fusie op het einde van de twintigste eeuw had een stad zoals Gent
verscheidene kerkhoven. Naast zijn eigen Westerbegraafplaats behoorden
sindsdien het kerkhof van Gentbrugge, het kerkhof van Ledeberg, het kerkhof
van Sint-Amandsberg en ook nog andere toe aan Gent. Op dat van
Sint-Amandsberg lagen veel kunstenaars begraven, waardoor het de naam kreeg
van Campo Santo, zoals de beroemde begraafplaats van Rome. Uiteraard lagen
de Gentse kerkhoven ver van elkaar en elke Gentenaar apprecieerde het dat
hij niet al te ver van zijn woning een kerkhof had. MM bezocht minstens
tweemaal per week het graf van haar echtgenoot Raoul en van haar dochter
Monique. Die twee graven lagen op het kerkhof van Gentbrugge netjes naast
elkaar: links dat van Monique en rechts dat van haar vader. Dit gemak had
de inmiddels 77-jarige MM eigenlijk te danken aan henry die, ondanks zijn
misprijzen voor haar, toen nog rekening had gehouden met haar hoge ouderdom
en daardoor niet alleen akkoord was gegaan met een uitvaartdienst in de
Sint-Coletakerk, de parochiekerk van haar buurt, maar bovendien met een
teraardebestelling van zijn eerste echtgenote Monique naast haar vader. Nu,
een jaar later, met het overlijden van zijn zoon Sven stond henry echter
veel scherper. Want hij had het meegemaakt dat MM en haar meute hem uiterst
onbeschoft hadden behandeld tijdens de begrafenis van Monique. Op die
handelwijze ging hij deze keer met MM duchtig afrekenen. Zo wist hij
ondertussen dat de dominante MM op het kerkhof van Gentbrugge al een plaats
had gereserveerd voor het graf van Sven: precies naast dat van Raoul, zodat
zij dan in één keer gemakkelijk drie graven zou kunnen bezoeken. Maar dat
ging niet lukken, want henry was als vader beslissingsbevoegd en deze keer
was hij van plan om ferme stokken in de wielen te steken voor al de ellende
die MM hem in zijn leven had bezorgd. Hij prepareerde voor MM daarom een
mooi ‘cadeautje’, waardoor ze voor de rest van haar leven ging kromgroeien.
Aan de begrafenisondernemer gaf hij namelijk de opdracht om Sven te
begraven op de Westerbegraafplaats: die lag ver genoeg verwijderd van het
kerkhof van Gentbrugge, zodat iemand zoals MM die geen auto kon besturen,
nooit de twee kerkhoven kon bezoeken op één dag. Bovendien was henry zó
gulhartig, dat hij haar nog een tweede ‘cadeautje’ bezorgde: in
tegenstelling tot Moniques begrafenis van vorig jaar zag hij deze keer af
van een uitvaartdienst in de Sint-Coletakerk tijdens de begrafenis van
Sven. Dát ging MM ook in het verkeerde keelgat schieten. Want dan kon ze de
aandacht niet trekken en geen medelijden opwekken bij haar buurtbewoners en
niet te pas en te onpas beroep doen op de pastoor van de Sint-Coletakerk.
Want, hoewel ze ongelovig was en nooit naar de kerk ging, deed ze altijd
alsof voor de schone schijn en bracht zo de pastoor altijd op een
dwaalspoor. Door geen uitvaartdienst te houden, wilde henry tevens een
tweede onbeschoft gedoe van MM en haar meute in de kerk omzeilen, zodat de
sereniteit deze keer tijdens de begraving van Sven gehandhaafd zou blijven.
Niets of niemand kon hem op zijn beslissing doen terugkeren, temeer daar
noch Sven noch hijzelf gelovig was.
|