- 596 - |
||||||
HOOFDSTUK LXIV ZUCHT
NAAR RUIMTE |
De geschiedenis bewaart de ware kunstenaars. |
|||||
Op dinsdag 5
april 1994 vertrokken henry en Timi voor een studiereis van meer dan zesduizend
kilometer dwars door Frankrijk en z’n Cevennen, gevolgd door een tocht dwars
door Spanje en Portugal. Ze ondervonden dat het leven in een motorhome zeer
eenvoudig was: men vertrok als men goesting had, men reed als men uitgerust
was, men stopte waar het interessant of mooi was, men at als men honger kreeg
en men sliep waar men na een dagrit was verzeild geraakt. Simpeler kon niet.
Contact met de inwoners was voor henry hoegenaamd geen probleem: hij sprak
Frans, Spaans, Portugees en in sommige gevallen Engels. Op die manier werd de
reis voor hen allebei nog leerrijker. En aan gespreksonderwerpen ontbrak het
hen evenmin, zelfs nog minder dan thuis. -- Wat schildert gij het liefst: muilentrekkers of die andere? vroeg Timi op een keer toen ze in het Spaanse Figueras aan het surrealistisch museum van Salvador Dali waren gearriveerd, dat ze met z’n enorme glazen koepel al van ver hadden opgemerkt. -- Ik heb ze allebei nodig, zowel de Expressieven als mijn clowns-en-naakten, antwoordde henry. -- Waarom allebei? -- De Expressieven dienen om me af te zetten tegen wat verkeerd gaat in de maatschappij. De andere omdat ik de mannen graag afbeeld als clowns en de vrouwen als naakten. Later,
in Barcelona, vonden ze na enig zoeken in een armzielige straat ook het
museum van Picasso, dat hoegenaamd geen pracht en praal uitstraalde zoals dat
van Salvador Dali. -- Nogal een verschil met het
museum van Dali, merkte Timi op. -- Ja, legde henry uit, dat
komt omdat de Spaanse president Franco de kubistische schilder Picasso niet
gunstig gezind was, omdat die een communist was. Dus niet zozeer omdat hij
voorkeur had voor het surrealisme van Salvador Dali, maar wel omdat Picasso
als communist Franco de rug had toegekeerd. Zo maakt de geschiedenis ons
altijd duidelijk dat politiek en kunst ineengestrengeld zitten. Maar hoe ge
het ook draait of keert, uiteindelijk komt de goede kunst toch altijd
bovendrijven: de geschiedenis bewaart de ware kunstenaars. Daar hebben de politiekers geen vat op. Een
dag later en vijfhonderd kilometer verder trok het zonnige Benidorm de
aandacht van henry en Timi met zijn talrijke en kleurrijke winkeltjes aan weerszijden
van een lange laan – waar aan de achtergevels van de buildings het wasgoed
ongegeneerd hing te wapperen – en ook met zijn vele monokini’s die in
allerlei vormen te kijk lagen op het breed strand tussen de palmbomen, die
zich kaarsrecht staande hielden met hun trotse kruinen. “Oh, Benidorm! Wat is
uw bloot in form!” rijmelarijde henry terwijl hij dat fenomeen op zijn
videofilm vastlegde.
|
||||||