- 677 - |
||||
“Op al die
weiden die ge hier ziet,” vervolgde de woedende man, “op al die weiden staan
paarden van doodgewone mensen. Doodgewone mensen zoals ik. Allemaal
paardenvrienden! Doodgewone paardenliefhebbers die een beetje vriendschap bij
hun dier zoeken. Een beetje rust na hun werk. Wij verdienen er niks mee!
Alleen maar een beetje vriendschap en liefde van ons dier! Meer vragen wij
hier niet. Ieder van ons betaalt er de grondbelasting voor. En daarenboven
houden wij de Gentse Meersen hier proper, hé. Want ge kunt niet geloven
hoeveel lege blikjes en vuiligheid de bezoekers hier wegwerpen. Langs al die
wegeltjes joggen en fietsen de mensen en doen ze aan sport. En nu gaat een
hoopje verdomde natuurgastjes ons hier wegschoppen. Wij krijgen zelfs van die
gastjes geen andere weide waar we met ons paard naartoe kunnen! Naar de
buitenwereld toe beweren ze dat ze dat wel doen. Maar dat zijn vlakaf
leugens. Dat links Gents stadsbestuur speelt onder één hoedje met die linkse
natuurgastjes. ‘k Zou beter zeggen: slinkse natuurgastjes. Ze beweren dat ze
hier een natuurgebied willen van maken. Maar, meneer, zeg nu eens zelf: dat
is hier toch al één en al natuur? Maar neen, ze willen hiervan de baas
worden. Ze willen die tweehonderdveertig hectare Gentbrugse Meersen van ons
afpakken! Dát is het. Ze zeggen dat ze hier ook grote dieren zullen
uitzetten, buffels of zo, maar dan zonder omheining! Dom, hé! Want dat is
toch gevaarlijk voor de kinderen? Wij zorgen tenminste nog voor de kinderen:
wij plaatsen dure omheiningen om ze af te schermen. Eén slag, één stoot van
zulke grote dieren en zo’n kind is dood. ’t Is erg. Wij zitten in zak en as
als die natuurgastjes onze gronden afpakken. Velen van ons zullen verplicht
zijn om hun lief dier naar het slachthuis te voeren. Hun dier, dat ze al
jarenlang kennen. Regelrechte moord op onze dieren, dieren die ons ten volle
vertrouwen. Is dat niet schandalig?!” En weg was hij, hoofdschuddend en
brommend van hulpeloze woede.
Die nacht kon
Timi niet slapen en henry trachtte haar tevergeefs te troosten met de belofte
dat hij in de tegenaanval ging gaan. En henry hield woord, zoals altijd.
Eerst nam hij de nodige informatie bij zijn notaris. Daarna lanceerde hij met
zijn ervaring als voormalig pr-officier van de Zeemacht enkele doeltreffende
protestteksten. “Zeg, henry. uw artikels staan in verscheidene dagbladen!”
kreeg hij als eerste die info van een vriend. En inderdaad, met hier en daar
een gewijzigd woord hadden de journalisten gretig zijn protest gepubliceerd.
Het neocommunistisch Gents stadsbestuur schrok zich een bult. Nu konden de
schepenen niet langer meer hun heimelijke acties blijven verbergen om de
Gentbrugse Meersen met allemans belastinggeld af te kopen. Ze zagen zich dan
ook verplicht om op 13 november 2003 de zowat honderd grondeigenaars van de
Gentbrugse Meersen uit te nodigen op een algemene vergadering. Die vond
plaats in de grote Trouwzaal van het Dienstencentrum te Gentbrugge. |
||||