- 680 - |
|||
|
|||
Op
14 december 2003 nam het Vlaams Blok contact op met henry om de standpunten
te kennen van zijn Comité G.M, afkorting van zijn ‘Comité tegen de
onteigening van de Gentbrugse Meersen’, dat hij enkele dagen voordien had opgericht
om de belangen van zijn paardenvrienden nog beter te kunnen verdedigen.
Nadien belegde henry als voorzitter van het Comité G.M. telkens een algemene
vergadering voor zijn leden bij ‘Boer Janssens’ om hen op de hoogte te houden
van alle verdere ontwikkelingen. Op
14 februari 2004 zag het Gents stadsbestuur zich verplicht een zogenaamde
‘klankbordgroep’ op te richten, die de standpunten van het Comité G.M. moest
trachten te ontkrachten. Maar hiermee had het stadsbestuur het
tegenovergesteld effect: niet alleen waren henry en zijn paardenvrienden
daarop natuurlijk ook telkens aanwezig, maar bovendien werden de protesten
tegen de onteigeningen er alleen maar luider en luider door. En tegenspraak
en tegenstand zijn nu precies twee dingen die de communisten en blijkbaar ook
de neocommunisten nooit dulden. Die begonnen met bedreigingen te uiten tegen
henry, die zich uiteraard niet van zijn stuk liet brengen. De
dag nadien, op 15 februari, vertelde Timi aan henry zelfs het volgende: “Toen
iedereen gisteren de zaal van de klankbordgroep aan het verlaten was, liep ik
toevallig achter die neocommunistische schepen, ge weet wel: ‘diene dikke’.
Ik hoorde hem letterlijk zeggen tegen zijn liberale collega, die naast hem
liep, dat gij moest ‘uitgeschakeld’ worden. Ik reageerde direct en vroeg hem
luidop, wie hij daarvoor ging meebrengen, want dat hij het in dat geval
misschien vergeten was, dat hij het dan tegen een marinier ging moeten
opnemen. Hij schrok zich rot toen hij zich omkeerde en zag dat ik achter hem liep.
Hij werd rood tot aan zijn nek en hij heeft daarna geen enkel woord meer
durven zeggen. Ik heb u dat gisteren niet subiet durven vertellen, want ik
was toen bang voor uw reactie.” In
die periode hadden de neocommunistische en de traditionele partijen van
België schrik gekregen van het succes van het Vlaams Blok, dat na elke
verkiezing meer en meer bestuurlijke zetels van hen had afgepakt. Om deze
partij uit te schakelen, hadden zijzelf op een subtiele manier enkele wetten
gestemd, die door het gerecht in het nadeel van het VB konden gebruikt
worden. Eind jaar 2004 slaagden ze er op die manier in om het Vlaams Blok te
laten veroordelen door enkele rechters, die nota bene hun jobs te danken
hadden aan de neocommunistische politiekers. Het Vlaams Blok was de enige
Belgische politieke partij die altijd rechtdoorzee was gegaan en daardoor nog
nooit zijn naam hoefde te veranderen, maar door die veroordeling toch
verplicht werd om dit te doen. Daardoor ontstond het Vlaams Belang en alle
leden van het Vlaams Blok stapten over naar die nieuwe VB-partij. In
het begin van het jaar 2005 probeerden de neocommunisten het over een andere
boeg te gooien om henry te nekken: ze beweerden dat alle gronden van de
Gentbrugse Meersen totaal bevuild waren. Meteen lichtten ze alle Gentenaars
in dat al die gronden om die reden moesten onteigend worden. Francis Van den
Eynde, boegbeeld van het VB in Gent, schaarde zich achter henry en duidde
twee mensen aan om hem te assisteren: het sympathiek koppel Niko en Marleen.
Zij informeerden henry, dat niet de eigenaars of huurders maar wel de
bevuilers van de gronden volgens de wet moesten opdraaien voor de kosten om
de gronden te saneren. Hierdoor kon henry zijn paardenvrienden geruststellen.
Maar hij vond dat er een loens geurtje hing rond de bewering van het Gents
stadsbestuur en dat zette hem aan tot een grondiger onderzoek. In zijn
recente notariële koopakte werd nergens gewag gemaakt van enige
verontreiniging in de bodemtoestand van Timi’s weide. Dat was al één. En
daarna volgde twee: van een bejaarde persoon vernam hij dat op een klein deel
van de Gentbrugse Meersen vele jaren geleden de Puntfabriek stond, waar
spijkers werden gemaakt. Alleen op dat klein deel werd door die fabriek in
die tijd vuiligheid gedumpt. Meer niet. Deze informatie was voor henry
voldoende om in de tegenaanval te gaan. |
|||