|
Adolf Hitler
werd geboren op 20 april 1889 in Braunau am Inn, een stadje in Oostenrijk. Aanvankelijk
wilde hij kunstschilder worden. Als achttienjarige
probeerde hij zijn studies in de Weense kunstacademie aan te vatten. Maar dit
mislukte. In 1913 vertrok hij naar München. Toen de Eerste Wereldoorlog een
jaar later uitbrak, werd hij oorlogsvrijwilliger. Hij geraakte niet hoger dan
korporaal, maar ontving toch door zijn inzet het IJzeren Kruis Eerste en
Tweede Klasse. Duitsland verloor deze oorlog in 1918 en kwam in grote miserie terecht door de schadevergoedingen, die het aan de
overwinnaars moest afbetalen.
Reeds twee jaar na de oorlog werd de Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei
opgericht. Op 1 juli 1921 werd Hitler voorzitter van deze NSDAP en richtte de
Sturmabteilung op. De leden van deze SA
manifesteerden zich in bruin uniform.
Op 9 november 1923 deed Hitler een mislukte staatsgreep en zat een jaar in de
gevangenis.
In 1925 ontstond de Schutzstaffel. Deze SS had in
1929 amper 280 leden, doch groeide van dan af aan gestadig door de
economische crisis. Vanaf 27 februari 1933 kwam Hitler aan de macht en zijn
SS telde in dat jaar reeds 50.000 man. In 1934
schakelde de SS de SA uit en werd de machtigste organisatie van Duitsland. Op
het einde van de Tweede Wereldoorlog zal ze één miljoen mensen tellen! Maar
zo ver zijn we nog niet.
De twee voorname pijlers waren de Waffen-SS en de
Gestapo. In de Waffen-SS zaten Hitlers
politieke soldaten. De Gestapo, de Geheime Staatspolizei,
bestond uit Hitlers agenten. Beide organisaties
stonden buiten het gerecht en konden optreden zonder beperkingen.
Vanaf 1938 begon Hitler andere landen in te palmen. Eerst was er de Anschluss
van zijn geboorteland Oostenrijk op 13 maart 1938. De inlijving van het
Sudetenland volgde in oktober 1938. Op 15 maart 1939 viel Hitler Tsjechië
binnen. Deze ontwikkeling vergrootte de spanning in
het Westen, waarbij België zijn leger steeds opnieuw in paraatheid bracht.
Vele jonge gezinnen, eveneens getroffen door de economische crisis, kwamen
daardoor telkens opnieuw in moeilijkheden.
Omdat Hitler bij zijn volgende gebiedsuitbreiding een reactie vanuit het
westen voorzag, wilde hij zich veilig stellen in zijn oostflank. Daarom sloot
hij op 23 augustus 1939 een niet-aanvalsverdrag met Stalin. Het Westen stond
hiervan versteld. Immers, het communistische Rusland was qua ideologie de
tegenpool van Duitsland. Nochtans had Hitler de juiste kaart getrokken:
Rusland had te grote inwendige moeilijkheden en was och toch zo blij dat het
op dat moment van Hitler niets te vrezen had.
|
|