- H,m4,h3,13 -

 

 

 

 

 

 

 

Op 11 september 1939 viel Duitsland Polen binnen. Dit was van het goede een beetje te veel en Engeland en Frankrijk kwamen in actie.
Het kleine België hoopte door neutraal te blijven niet in de oorlog te worden meegesleurd. Zijn bevolking had al genoeg geleden in de geschiedenis. De bloedige gevechten van de Franse dictator Napoleon en van de Eerste Wereldoorlog had men er nog niet vergeten. En nu dit! Neutraliteit leek voor de Belgische politiekers de enige oplossing om te vermijden dat de grotere, omringende landen hun grondgebied opnieuw als slachtveld zouden gebruiken.
Neutraliteit betekende dat België zich van elk conflict afzijdig wilde opstellen en enkel zijn leger ging inzetten tegen diegene die het eerst zijn land durfde binnendringen.
En dat, tenminste volgens de geschiedenisboekjes
(***), werd Duitsland. Op 10 mei 1940 viel Hitler het koninkrijk Nederland, het koninkrijk België en het groothertogdom Luxemburg binnen. Via het vlak België kon hij Frankrijk het best aanvallen.
Nazi-Duitsland gebruikte een voor die tijd totaal nieuwe techniek van oorlogsvoering: de Blitzkrieg. Door het inzetten van tanks en parachutisten werden de drie landen gefascineerd door de vlugge ontplooiing van de Duitse troepen. Het Belgisch Fort Eben-Emael was één van de sterkste forten ter wereld en beheerste de ganse omgeving met zijn vuurkracht. België had al zijn hoop gesteld op dit fort aan zijn oostelijke grens voor het geval het vanuit die richting zou worden aangevallen. Met een kortstondige attaque van Duitse zweefvliegtuigen met parachutisten viel dit 'onneembaar' fort reeds in 't begin van de vijandelijkheden in Duitse handen. Nederland hield het slechts vijf dagen uit en capituleerde op 14 mei. Franse officieren vertrouwden die 'neutrale' Belgen niet en richtten soms hun wapen op Belgische officieren om ze te dwingen tegen de Duitsers te vechten. Doch al spoedig trokken de geallieerden, de Fransen en de Engelsen, hun troepen terug voor de Duitse overmacht. Aldus stond het Belgisch leger er alleen voor en vocht tot 28 mei, dag waarop de Belgische koning Leopold III besloot te capituleren om verder bloedvergieten te vermijden. Het was immers voor België een hopeloze toestand en verder strijden tegen een overmacht zou gelijk hebben gestaan met massale zelfmoord. Niettemin bleven de Belgen verder vechten tot op het moment dat alle Engelse soldaten waren ingescheept om naar hun land terug te keren. Deze strijd van het Belgische leger, waarin de moedige Vlamingen een grote rol speelden, is de geschiedenis ingegaan als de '18-daagse Veldtocht'.
Het Nederlandse vorstenhuis vluchtte naar Londen. De Belgische vorst Leopold III echter bleef, in navolging van wijlen koning Albert I, in België bij zijn volk. De Belgische regering vluchtte ook naar Londen en trachtte in verbinding te blijven met haar vorst. Doch koning Leopold verkoos om tijdens de oorlogsjaren geen contact met Engeland te hebben. Hij trachtte van Hitler een gunstige behandeling voor de Belgen te bekomen en verbrak daarom elk contact met zijn regering in Londen.