|
Het feit dat
Mao Tse-toeng in het zelfde jaar geboren was als
Camille, voorspelde voor hem niet veel goeds. Blondina
Theuns, een mooi meisje met pikzwart haar, dat hij in zijn gebuurte had leren
kennen, was reeds vier maanden zwanger van hem. Dat
was in die tijd een schande. Maar daar trok hij zich niets van aan. Hij was
een plichtsbewuste jongen van slechts twintig jaar en zag ze graag. Op 31
december 1913 trouwde hij met haar te Ledeberg bij Gent.
Maar amper enkele maanden later brak de Eerste Wereldoorlog uit. De Duitsers
rukten België binnen. Via de radio werden de jongens van zijn leeftijd
opgeroepen. Ze moesten zo vlug mogelijk naar Frankrijk vertrekken om er in
het Belgische leger opgenomen te worden. Voor het jonge gezin betekende dit
een ware ramp. Camille nam afscheid van zijn gezinnetje en vertrok samen met
zijn oudere broer Georges in westelijke richting.
De mensen hadden nog geen auto's gelijk nu. Na een moeizame reis waren de
twee in Le Havre beland. Vanuit deze Franse zeehaven gingen alle jongens
verscheept worden naar Bordeaux, omdat men nog niet wist tot waar de Duitsers
konden oprukken. Daar stonden ze nu, Camille en Georges, op de kade tussen
een massa onbekenden. Allemaal toekomstige soldaten tegen het Duitse leger,
dat voorzeker ook de radio-omroep had gehoord...
Tegen de kade lag een groot schip. Er liep een smalle gangway
naar toe. Beneden deze loopplank was een verhoog gemaakt, waarop een grote
kerel met kepie de boel stond te regelen. Hij schreeuwde om zich boven die
menigte verstaanbaar te maken. Ze moesten één voor één de plank oplopen,
zodat hij ze kon tellen, brulde hij, maar dan in het Frans. Naamlijsten waren
blijkbaar niet nodig! De massa kwam in beweging. In trechterformatie
druppelde het toekomstige kanonnenvlees het schip binnen. Toen Georges achter
Camille de plank wilde opgaan, werd hij tegengehouden. Stop, zei de kepie,
het schip is vol. En dat was blijkbaar op tijd gezegd, want de opvarenden
zaten opeen gepakt gelijk sardientjes in een doosje. Maar, antwoordde Georges
terwijl hij naar Camille wees, wij zijn tezamen. Dan
moet hij er af, oordeelde de kepie. Camille kwam terug en de jongen, die
achter hen stond werd de gangway opgestuurd.
Het overvolle schip vertrok en een ander schip meerde aan. Camille en zijn
broer liepen als eersten het vaartuig binnen. Spoedig daarna voer het ook het
wijde zeegat uit.
|
|