- N,m4,h2,6 -

 

Onder de grond waren er de gangen met explosieven. Boven de grond waren er de scherpschutters. Die beloerden vanaf de overkant van de IJzer, zich verschuilend in de bomen op grotere afstand, door een goed vizier op hun geweer de rand van de Dodengang. Op elke beweging schoten ze.

Het was dus onmogelijk boven de zandzakjes uit te kijken. Daarom hadden de Belgen zelfgemaakte periscoopjes. Een buisje en twee spiegeltjes volstonden. Hiermee hielden ze alle bewegingen van de Duitsers aan de overkant van de stroom in 't oog. Eigenlijk zaten ze niet zo ver van elkaar. Camille kon hen soms horen zingen.

Maar dat gebonk en gestamp onder hun voeten, dat was het ergst van al. Elk moment konden ze de lucht invliegen. Bij sommigen brak het angstzweet uit. Camille's beste vriend was zenuwachtig geworden. Al twee dagen hadden ze allemaal met hun periscoopjes een 'pierlanklooske' gezien, dat een Duitser regelmatig boven zijn loopgraaf uitdagend liet bewegen. Dat was zo'n kartonnen popje dat je op een stokje bewegingen laat maken door middel van fijne koordjes, die aan de handjes en voetjes zijn bevestigd. Camille zag hoe zijn vriend er zich meer en meer over opwond. "Miele, ik ga dat pierlanklooske kapot schieten", zei hij plots. Camille trachtte hem nog tegen te houden, maar hij stond al recht en mikte op het speelding. Een paar seconden later zakte hij door zijn knieën: een kogel dwars door 't voorhoofd.

Kerst- en nieuwjaarsavond zijn voor de Vlamingen de twee mooiste avonden van het jaar. Dan zitten ze met familie of vrienden gezellig in de warmte te vieren, terwijl buiten de ijzige wind waait over de soms besneeuwde vlakte.
De stemming aan de IJzer in de oorlogsjaren was echter ver van gezellig. Getuige hiervan het volgende gedicht van een frontsoldaat:

 

 

 

KERSTNACHT  AAN  DE  IJZER

 

't Is Kerstmis. Aan d' IJzer in regen en nacht
Staat bibbrend en treurend een eenzame wacht.

Hij droomt... De familie zit weder geschaard
- ook hij - rond den kerstblok
die vlamt in den haard.

Hij droomt en vergéét hoe alléén hij hier staat,
Hoe bits-koud de regen bespritst zijn gelaat.

Hij luistert... en over de Mandelgouw uit
Blij klangelt der klokken hoogfeestelijk geluid.

Hij droomt van een kerke vól schitterend licht:
Zijn kinderkes knielen vóór 't Goddelijk Wicht.

Een belleke rinkelt... Een engelenstem:
"Adeste..." De vrede van Bethlehem.

Maar plots boemt geschut als gevloek wijd en zijd!
De jongen ontwaakt uit zijn droomen en... schreit.

't Is Kerstmis. Aan d' IJzer in regen en nacht
Staat bibbrend en weenend een eenzame wacht.

 

 

i