|
Voor de
zoveelste keer was Edmonds bataljon aan het
achteruittrekken. En voor de zoveelste keer hielden de Belgen halt en keerden
hun kanonnen in de richting van de vijand. De sectie verkenners volgde terstond haar adjudant naar het dichtstbijzijnde bos. Kort
nadien waren ze uit het zicht verdwenen. Enkel de telefoonkabel in het gras
verried in welke richting ze waren vertrokken.
Na een tijdje kwam de adjudant aan de rand van een weg, die dwars door het
geboomte liep. Hij knielde neer in het struikgewas en spitste de oren. Rechts
van hem hoorde hij op de weg een Duits bevel. Zijn goed gedrilde mannen
hadden naast hem dekking gezocht. Vanuit de dichte struiken zagen ze dat net
vóór hen de weg een bocht nam om verderop in de bosnevel te verdwijnen. Ze
hoorden stappen. De adjudant bracht zijn wijsvinger voor de lippen. Absolute
stilte was van levensbelang. Na een paar minuten verschenen twee Duitse
soldaten behoedzaam aan weerskanten van de weg. Ze hielden hun geweren in de
aanslag. De verkenner, die naast de adjudant lag, richtte zijn wapen naar de
Duitsers, maar de adjudant drukte voorzichtig langzaam het wapen de grond in.
Hij wist beter. Twintig meter na de eerste Duitsers kwamen twee secties aan
weerszijden van de weg voorbij. De adjudant wachtte in stilte net zoals een
spin die weet dat een vette prooi recht op haar web komt afgevlogen. Nu de
voorpost voorbij was, zou het gros wel volgen, dacht hij. En inderdaad, toen
die eerste Duitsers voorbij de bocht waren en zich stilaan verwijderden,
verschenen vijftig meter na hen honderden en honderden infanteristen. De
adjudant kon zijn ogen niet geloven. Vóór zijn ogen passeerde een gans
regiment! En geen enkele Duitser die hem en zijn verkenners opmerkte! De
Belgen drukten zich bijna door de grond om zeker niet gezien te worden.
Toen het gestommel verminderde, durfden ze terug opkijken. Op de rechte weg
vóór hen verwijderde dat regiment zich in de formatie zoals de militaire
boekjes het voorschrijven. Maar in dit geval als een perfect doelwit voor de
Belgische artillerie. Van dan af aan ging alles vlug. De adjudant
telefoneerde, beschreef het doelwit, gaf de coördinaten. Edmond
en zijn makkers kwamen in actie. De kanonnen werden
volgens de opgegeven coördinaten gericht. Kort nadien vuurde het eerste
artilleriestuk. De obus viel pardoes midden in het Duits regiment. Nog
vooraleer de Duitsers wisten wat hen overkwam, volgde het bevel voor
snelvuur. Alle kanonnen vuurden hun obussen in vol tempo af. De verkenners
zagen hoe de Duitsers uit elkaar liepen en in stukken uiteengereten
werden. Lichaamsdelen vlogen doorheen de lucht. Er werd geroepen,
geschreeuwd, gehuild.
De verkenners brachten op het einde verslag uit: die dag werd een gans Duits
infanterieregiment in de pan gehakt.
Elke oorlog is wreed, maar hij wordt echt barbaars als aanverwante volkeren mekaar moeten bevechten.
|
|