- e04 -

 

 

schade vast te stellen. Die moslim kwam recht op mij af en riep: scheelt riets? Moe da ook hè, misschie? - Neen, knikte ik en sprong terug in de auto. De moslim sleepte daarna zijn vrouw bij het haar over de grond zijn woning binnen. Zoiets hebben we hier nog nooit gezien... A propos, er is niets aan mijn auto."

* * * * * * *

Op een zonnig terras genoten Timi en henry van de stilheid. Zalig, na de drukte op de autobaan en het gewoel in de winkels. Aan het tafeltje naast hen kwam een koppel met zijn dochter van zo'n achttien jaar zitten. "Eerst was hij toch poeslief, zelfs vol attenties", zei ze verontschuldigend. "We hebben je nochtans gewaarschuwd," antwoordde de moeder, "maar nu zitten we ermee. En dan laat je hem nog naar ons huis komen!" - "Maar ik heb hem nooit mijn adres gegeven. Van wie hij dat gekregen..." - "Die moslimgastjes gedragen zich anders dan onze jongens", onderbrak haar vader. "Ze gedragen zich in 't begin lief tegenover onze meisjes. Maar eens ze je vasthebben, domineren ze je met hun godsdienst en je wordt hun slaaf. Is het dat wat je wilt?" - "Natuurlijk niet, papa, ik heb hem nooit gewild. 't Is Geert die ik graag zie, maar die wordt nu door hem en zijn moslimgroepje bedreigd als hij nog in mijn buurt komt", snikte het meisje. "Hij heeft me zelfs al eens zijn mes getoond toen ik zei dat hij me met rust moest laten. Wat moet ik nu doen?" - "We weten het ook niet meer. We hebben het al genoeg gehoord: de overheid laat ons in de steek als het om moslims gaat." 't Was ondertussen voor henry en Timi tijd geworden om naar huis te vertrekken. "Ik beklaag dat meisje en haar ouders", zei Timi op weg naar de auto. "Op een avond was mijn vader in Brugge op zwier. Ik vergezelde hem. We ontmoetten een moslim.  Khaddafi heette hij. Toen het een stuk in de nacht was, nodigde hij ons uit naar zijn huis. Zijn vrouw lag natuurlijk al goed te slapen. Maar hij beval haar direct naar beneden te komen en warm eten klaar te maken. Voor hem en voor ons. We zeiden dat het niet nodig was, maar dat hitste hem nog meer op. Hij riep dat het rap moest gebeuren. Echt, ik had medelijden met dat mens." - "Was ze een moslimse?" - "Neen, zij was een autochtone, een rasechte Brugse zelfs."

* * * * * * *

Timi ging reeds jarenlang zo nu en dan enkele producten kopen in een natuurwinkeltje op de steenweg. "Het zal de laatste keer zijn dat ik je bestel", zei de verkoopster. "Stop je er al mee?" vroeg Timi, die haar slechts vijfenveertig schatte. "Ja. 't Wordt hier te gevaarlijk. Op de steenweg komen meer en meer allochtonen wonen. Onlangs kwamen hier twee immigranten binnen. Ze zeiden dat, om mijn winkel te beveiligen, ik hun maandelijks geld moest geven, een serieuze som. Ik weigerde. Ze dreigden dat iemand mijn ruiten zou inslaan. Toen ze weg waren, kreeg ik schrik. Daarom zie ik me verplicht mijn winkel te sluiten. Na al die jaren!" - "En wat ga je nu doen om geld te verdienen?" - "Ik zal ergens gaan werken", antwoordde ze ontmoedigd en triestig.

* * * * * * *

"Hoe gaat het met je? Eindelijk heb ik je nieuw adres gevonden",

i