- H m22h71,1 - |
|||
TEGENGEWERKT DOOR DE NEOCOMMUNISTEN EN HUN MEDIA
|
|||
Toen de rasechte Gentenaar henryEC in
vier jaar tijd niet minder dan drie nieuwe kunststromingen lanceerde – het
Visionisme, het Antivisionisme en de Expressieven – hadden velen verwacht dat
hij in België en zeker door zijn geboortestad Gent volop ging gesteund
worden. Maar niets was minder waar. Immers, hoewel hij voortvloeiend uit zijn
voornaamste nieuwe kunststroming de “Vader van de Expressieven” werd genoemd,
kreeg hij daarentegen volop tegenkanting van de neocommunisten – dit zijn de
socialisten en de groenen – met de veel te hoog opgeblazen Jan Hoet op kop.
Waarom? Omdat hij, henry, geen neocommunist was. De ganse wereldgeschiedenis leert dat
machthebbers van de politiek of de godsdienst aan de ene kant en kunstenaars
met hun werken aan de andere kant regelmatig met elkaar in botsing kwamen.
Kunstschilders die volgens de neocommunisten niet ‘politiek correct’ waren,
werden opzijgeschoven. En henry had het ongeluk geboren te zijn in een stad
die hij liefhad, maar die decennialang neocommunistisch werd. Uiteraard
geraakten daardoor de postjes van museumconservators en de baantjes in de
media ook in neocommunistische handen, waardoor de Expressieven geen schijn
van kans kregen om via die wegen bekendheid te verwerven. Nochtans bleef
henry zijn geaardheid getrouw het liefst rechtdoorzee varen, ook al was die
nog zo woest. Zoals ze in zijn Gents dialect zeiden: “Nie pleuje.” Op die manier leerde hij vanuit een
andere hoek eens temeer de fanatieke onverbiddelijkheid van de neocommunisten
kennen. In Gent bijvoorbeeld weigerde de conservator van het Gents Museum van
Schone Kunsten pertinent om de Expressieven een duwtje in de rug te geven,
hoewel henry een voorstel had gedaan dat het MSK financieel ten goede kwam.
Maar ook ten opzichte van het buitenland begonnen de Belgische neocommunisten
zich via hun tv-stations ongemeen dikdoenerig, hooghartig en hoogdravend te
gedragen. Toen bijvoorbeeld in Italië de alom gekende rechtsgezinde Silvio
Berlusconi greep kreeg over de Italiaanse media, schreeuwden de
neocommunisten moord en brand, ook in België, maar verzwegen ondertussen dat
zijzelf exponentieel hetzelfde deden met de media van omzeggens alle andere
West-Europese landen. En toen bijvoorbeeld in de USA Donald Trump daar
verkozen was tot president, werd hij in de Belgische neocommunistische
televisie dag na dag, maand na maand en jaar na jaar onzinnig bekritiseerd en
deze desinformatie zweepte vele Belgische kunstenaars – veelal gesubsidieerd
door de neocommunisten – op tot het maken van kunstwerken tegen Trump. Of hoe de neocommunisten het zich in het kleine
België veroorloofden om zich te mengen en te moeien in de leefwereld van de mensen
uit binnen- en buitenland. Of hoe Vlaanderen enkel vooruitgang kon boeken door
onafhankelijk te worden van België en dan eventueel kon kiezen om een
confederatie te vormen met Nederland. |
|||