- I m22h73,1 - |
|||||||||
HAATZAAIERIJ |
|||||||||
Over de Zeemacht
had altijd een aangename, vriendelijke mentaliteit geheerst en van zoiets
hield henry. Dat was ten andere een voorname reden waarom hij zijn job bij de
Zeemacht tot op het laatst bleef uitvoeren. Hij was dan ook, zeker als
rasechte Gentenaar, verbolgen op het neocommunistisch Gents stadsbestuur toen
dat eens temeer tweedracht begon te zaaien door een hoop affiches ‘Zonder
Haat Straat’ uit te delen aan zijn neocommunistische inwoners.
De hielenlikkers
van dat bestuur hingen of plakten die affiches achter hun vensters en op
allerlei mogelijke plaatsen van hun straat. Ook in de straat van henry, die
zo’n evolutie begon te vergelijken met toestanden in de Tweede Wereldoorlog
waarin hij nog geleefd had. De bedoeling was immers duidelijk: “Wij zijn de
goeien en degenen die zo’n affiche niet hebben opgehangen, zijn de slechten”.
De toestand in België geraakte meer en meer ondersteboven: terwijl de
neocommunisten ten onrechte het Vlaams Belang en bijwijlen ook de N-VA via de
televisie en andere media voortdurend verweten dat ze haat zaaiden en
racisten waren, bewezen integendeel zijzelf met dergelijke acties eens temeer
dat zij het waren die in werkelijkheid haat zaaiden tegenover
andersdenkenden. Ze aapten de woorden van Joseph Goebbels, Hitlers minister
van propaganda, volledig na: “Vertel aan het volk één, twee keer een
leugentje en ’t zal het niet geloven. Vertel dat tien keer en ’t zal het wel
geloven.” Voor
neocommunisten had henry een diepe minachting. Hij ontwaarde in die mensen
niets anders dan zelfvoldane, mindergeschoolde meelopers en omhooggevallen
gastjes. Gastjes, die vanuit een Belziekske met elf miljoen inwoners het zich
zelfs veroorloofden om te proberen weerstand te bieden tegen de benoeming in
Amerika van Donald Trump, een president van meer dan driehonderd miljoen
inwoners en die als de bekendste politieker op de
wereld meteen een icoon van zijn tijd werd. |
|||||||||