|
Als men het in
het peloton had over "den roste", dan ging het over één van de
collega's. Maar als men met eerbied sprak over "de Roste", jawel
met een hoofdletter, dan had men het over de sportinstructeur, een adjudant van zo'n vijfenveertig jaar, slank gebouwd, een echt
loperstype. Bij het crossen door de velden en de bossen, bergop en bergaf,
liep de Roste altijd voorop. Hij gaf het tempo aan. Kilometer na kilometer.
Soms zakte hij wat af om te zien of iedereen van het peloton nog volgde. Week na week dreef
hij de snelheid op en beloonde hij henry en de zijnen telkens met een nog langer
parcours. Er waren momenten dat de twintig jaar jongere KBO's en KRO's hem
met moeite konden bijhouden. Het zuchten en kreunen overtrof bijwijlen het
gemeenschappelijk dof gestamp van veertig paar voeten op de grond. Maar dat was
niet alles. De Roste was ook de instructeur voor "lijf aan lijf".
Hierbij was het zijn opdracht om de kandidaat-officieren spectaculaire knepen aan te
leren, die ze in een gevecht van man tegen man konden toepassen. Het peloton
zat dan gehurkt rondom hem. Elke les pikte hij een ander slachtoffer uit,
die hij gebruikte om een nieuwe "vuile truc" met of zonder wapen
in de aanval of verdediging te demonstreren. Daarna moesten ze die truc op
elkaar toepassen. Op het einde van de uitvoerige cursus kwam de dag waarop
alle kandidaten in een praktisch examen hun bedrevenheid moesten bewijzen.
Die dag zaten ze weerom in een ronde en de Roste gaf de punten. Na enkele gevechten was Kleerkast aan
de beurt. "Als aanvaller. Als slachtoffer: henry. Aanval zonder wapen. Op een schildwacht van
achter", beval de Roste kort en bondig. Dat was
eigenlijk de spectaculairste toer in 'lijf aan lijf'. Om de voorwaartse val beter op te vangen,
mocht het slachtoffer zelfs vóór de aanval tien keer 'pompen' om het
bloed in de armen beter te laten circuleren. Wat henry dan ook deed. Daarna
stond hij recht en Kleerkast viel hem direct van achteren aan. In oorlogstijd,
zo had de Roste hen geleerd, moest alles uiterst doeltreffend uitgevoerd
worden. De te raken lichaamsdelen van een vijand moesten met precisie
getroffen worden. Geen centimeter ernaast. Tijdens de lessen echter
hadden ze geoefend door mekaars lichaamsdelen op een centimeter na te
treffen. Maar ook dát moest foutloos gebeuren: op één centimeter na,
géén twee centimeter! En hierin
blunderde Kleerkast tijdens het examen en dát ervoer hij aan zijn punten en
henry aan zijn... "Ai", riep henry
toen Kleerkast zijn edele delen deels raakte. Hoewel
Kleerkast het vervolg feilloos deed, kreeg hij voor zijn uitvoering weinig
punten. Beiden gingen terug in de ronde zitten. "Kom maar
allebei terug. Aanvaller is nu henry. Aanval zonder wapen. Op een schildwacht van
achter", grijnslachte de Roste, die normaal nooit de rol van
slachtoffer en aanvaller wisselde. En henry begreep wat van hem werd
verwacht. 't Ging
allemaal vlug. Kleerkast pompte tien keer, stond recht, henry viel hem aan.
Pakte zijn enkels, schouder tegen z'n achterste. Zijn voeten omhoog.
Kleerkast stuikte naar voren. Schop tussen zijn benen. "Ai!" Nu
dook henry naar voren, zijn handen op Kleerkasts schouderbladen en zijn
knieën op een centimeter naast de nieren gepriemd. Haar vastgrijpen, kop
omhoogtrekken. Karateslag tot op een centimeter van de keel. Rechterschouder
vastgrijpen en omdraaien. Rechtspringen en stamp op een centimeter naast
Kleerkasts gelaat. "Perfect", grinnikte de Roste.
|
|