- N m12 h19,5 - |
||
|
||
GEBUISD ?
DE "BEWEGING MEI 68" EN DE GEVOLGEN VOOR CARELS
Net zoals op alle scholen verzamelde de directie van Carels op het einde van het schooljaar 1966-67 na de examens alle leraars in een grote zaal. Vooraan zaten de gewichtig doende directeur en zijn twee onderdirecteurs op een verhoog. De leraars zaten in kliekjes te keuvelen, blijgezind met het goede vooruitzicht op een grote vakantie. -- Heren! Heren! begon de directeur en tikte met een lat enkele keren op de lessenaar om de aandacht te trekken. Heren! Laat ons beginnen met de deliberatie. Ik geef het woord aan de pedagogische onderdirecteur. -- Dank u, mijnheer de directeur, zei Grauwlijk. Ik moet hier niet meer herhalen dat het van belang is dat er zoveel mogelijk leerlingen hun diploma behalen. Tot mijn verbazing merk ik hier op de lijst die vóór mij ligt, dat het aantal gebuisde leerlingen nogal groot is. En meestal zijn de buizen toe te schrijven aan de algemene vakken. Dat kan ik moeilijk aanvaarden. Er klonk enig goedkeurend geroezemoes onder de leraars van de beroepsvakken, doch ook wat zacht protest van sommige leraars in de algemene vakken. -- Euh, euh, euh, ik heb hier de verantwoordelijkheid en ik beslis dat dit voor onze school zo niet kan. Er moet hier dus grondig gedelibereerd worden, vervolgde Grauwlijk, waarna hij in spoedtempo de gebuisde leerlingen begon af te rammelen. -- We beginnen met Avermaet Patrick*. Deze leerling heeft twee buizen. Voor Nederlands heeft hij drie punten te weinig. Wie geeft hem die drie punten bij? -- Voor die jongen moogt ge gerust vanuit mijn vak die drie punten overschrijven, riep zijn leraar in metaal. -- En voor wiskunde zit hij vier punten onder de helft. -- Die vier punten krijgt hij van mij, schreeuwde een andere van zijn praktijkleraars, zijn ouders wonen in mijn straat en 't zijn goede mensen. -- Zo, dat gaat vlot, constateerde Grauwlijk. Laat ons zo verder doen. De volgende gebuisde... En zo ging het maar verder. Of die leerlingen later hun bestelbons goed gingen kunnen invullen, of ze de hoeveelheid van hun materiaal gingen kunnen berekenen, of ze hun verkoopprijzen zonder fouten gingen kunnen becijferen, of ze enig inzicht gingen hebben in hun facturen, 't speelde allemaal geen rol. Als ze maar leerling van de school bleven. -- We zijn gekomen bij De Jaegher Dirk*. Slechts één buis. Wie doet het nodige? |
||