- N m13 h24,3 -

 

 

-- Wat is dat? vroeg de N3 kortaf, terwijl zijn rechterwijsvinger op de gouden banden van zijn mouw lag.

De ogen van de matroos schoten schichtig heen en weer van die grote schelvisogen naar die drie dikke, gouden banden.

-- Awel! Hoe spreekt gij mij aan?

De lippen van de matroos begonnen wat te trillen.

-- Wablief?! Ik vraag het u nog een keer: wat is mijn aaaan-sprrreeeek-titel?

De matroos was stilaan lijkbleek aan het worden.

-- Ik zal u helpen... Co... Co... Co... Allee, man! Co... Co... Co... Co...

-- Ko... Ko... Korporaal, hakkelde de matroos.

Nu stond de N3 als aan de grond genageld. Hoe was dát mogelijk. Hem vergelijken met een korporaal, de laagste graad bij de landmacht! Hij, een commandant van de zeemacht! Hij, de plaatsvervangende korpscommandant!

-- Luitenant henry! Trek meteen zijn vergunning in! Dit weekend blijft hij in de marinebasis!

 

Na het einde van de divisie riep henry de pelotonscommandant van die ongelukkige matroos ogenblikkelijk bij zich.

-- Chef, hoe waren de testuitslagen van die matroos? In het bijzonder wat betreft zijn kennis van de graden.

-- Ik zal die testen direct gaan halen, luitenant.

-- Oké, in looppas! beval henry, want hij wist dat de N3 op punt stond om de marinebasis te verlaten.

-- Hier zijn ze, luitenant, zuchtte de pelotonscommandant een paar minuten later.

-- Maar die zijn perfect! Geen enkele fout! Ik bezorg ze u seffens terug, en weg was henry, recht naar het stafgebouw.

 

-- Binnen! riep de N3 na de tok-tok op zijn deur.

Luitenant henry knelde vlug zijn kepie onder zijn linkeroksel, stapte naar binnen en groette.

-- Commandant, ik heb hier de testen van de matroos die uw aanspreektitel niet kende. Zoals u zult merken, zijn die zeer positief. De testuitslagen betreffende de graden zijn zelfs perfect.

-- In orde. Maar toch blijft hij in het kwartier, besloot de N3 zonder ook maar een seconde naar de uitslagen te kijken.

-- Commandant, die jongen had gewoon te veel schrik en bijgevolg...

-- Mijn bevel blijft: geen vergunning. Bedankt, luitenant.

 

Erg was het niet: die matroos moest slechts een weekend in de kazerne blijven. En toch was luitenant henry bezorgd. Voor die jongen was het op dat moment een drama. Hij had er immers zó naar verlangd om na een harde week opleiding zijn familie en liefje een paar dagen te kunnen zien. Maar er was nog iets anders. Luitenant henry kreeg door zijn ingesteldheid meer en meer respect bij de manschappen.

i