- N m14 h27,16 - |
|||
|
|||
Voor de rijsttafels was de officiersmess telkens volgeboekt. De dames straalden op de heuglijke dag in hun prachtigste feestkledij en vroegen niet liever dan hun "marineblauwe eigendom" te kunnen vergezellen en door hem en zijn collega's na de feestdis in meeslepende dansen te worden uitgenodigd. Voor een officier was het een must om alle mogelijke klassieke en moderne danspassen onder de knie te hebben en daar had henry hoegenaamd geen probleem mee. Alles verliep dan ook steeds naar de wens van zijn vrouw Monique. Maar op een avond, terwijl de lichamen al een tijdje over de vloer schuifelden op het ritme van de dansmuziek, ontstond er bijna een drama. Op dat moment danste henry een langzame wals met de echtgenote van de N4. Zijn danspartner zag over zijn schouder plots hoe een vlam op een tafel nabij de uitgang over sloeg van de bijna opgebrande kaars naar het door zijn ondergeschikten pas aangekocht sierlijk steunvoetje, waarvan ze blijkbaar waanden dat het uit pyrexglas was gemaakt. Meteen besefte henry dat zijn personeel overal een brandbaar tafellaken had gelegd, waarop een dito kaarsenvoetje stond. Gelijktijdig besefte hij ook dat de winkel met het uitzicht van de nieuwe kunststof zijn personeel had misleid. In een oogwenk was de bovenste helft van het plastic voetje reeds in een vuurfakkel veranderd. Nu moest henry vlug handelen. Wegens gebrek aan voldoende blusmiddel in de directe nabijheid, stond er hem niets anders te doen dan de brandende voet te grijpen en deze vliegensvlug via de uitgang naar buiten op de macadamweg te werpen, waar het gelukkig windstil was. Terwijl henry de stewards beval direct alle kaarsen te doven, riep hij telefonisch de slapende verpleger in de ziekenboeg op om zijn licht verbrande hand te komen verzorgen. Alles was zo vlug verlopen dat, met uitzondering van zijn danspartner, niemand hiervan ooit iets heeft geweten. Kwestie van in de toekomst de gemoederen niet nodeloos te verontrusten, vond henry. Nadien gaf hij zijn personeel de opdracht voorzichtiger te zijn bij de aankoop van nieuw gerief, vermits in die tijd in versneld tempo voortdurend nieuwe materialen op de markt begonnen te komen. * * * * * -- henry'tje, ge gaat in moeilijkheden geraken, waarschuwde een collega-officier, die net zoals de meeste officieren het verkleinwoord gebruikte om zijn sympathie voor henry uit te drukken. -- Waardoor? -- Vraag maar liever: door wie? -- Oké, door wie? -- Zwijnemans wordt onze nieuwe groeperingscommandant! -- Ja, hij wordt onze nieuwe COM. En wat is daar mis mee? -- Ge kent hem blijkbaar nog niet. Gij zijt toch de adjunct-kwartiercommandant en de beheerder van de officiersmess? -- Ja en dan? -- Zwijnemans is van de oude stempel. Een oorlogsveteraan. Trekt zich niks aan van wetten, reglementen en voorschriften. Zorgt enkel voor zichzelf. In zijn vorige officiersmess betaalde hij nooit zijn rekeningen. Begint g' het al te voelen? 'k Zou in uw plaats niet willen zijn. Met uw één bandeke tegen zijn vier banden! |
|||