- N m14 h27,24 - |
||||||
|
||||||
-- Voor niemand. En ik heb gisteren thuis overal gezocht, terwijl ze weg was, maar niets in die zin gevonden. En toch moet ze dat product ergens verstopt hebben. -- Haha, vrouwen zijn vindingrijk, hé. Misschien in haar sacoche of in haar kledij... Maar hoe komt zij aan dat medicament? Dat moet door een dokter voorgeschreven worden en zij is toch geen alcoholiste? -- Bah, neen, ge hebt haar toch al gezien? Maar, ze denkt de laatste tijd dat ik veel drink... -- Dat ge veel drinkt? herhaalde de luitenant. Dat klopt niet, Oswald, ik ken u veel te goed en ik weet dat gij ten hoogste twee pintjes drinkt na uw middagmaal. Ik heb het natuurlijk niet over zo nu en dan een feestje, hé, want dan mogen ze ons allemaal bij de alcoholici rangschikken, haha! -- Maar ik kan dat niet uit haar hoofd zetten! Op de een of andere manier heeft ze haar dokter overtuigd, dat haar man een drankprobleem heeft en heeft ze van die dokter een voorschrift voor antabus gekregen. -- Dat kan natuurlijk, morde henry en ging nadenkend achteroverleunen. Vooraleer het erger wordt, vervolgde hij, moeten we dat gedoe een halt toeroepen. Mag ik u daarin helpen? -- Liefst, luitenant, en liefst zo gauw mogelijk. -- Dan doe ik het nu. Goed? Hier heb ik uw telefoonnummer. Is ze thuis? -- Ja, normaal wel, antwoordde Oswald en henry was al aan het telefoneren. -- Goedendag, mevrouw, u spreekt hier met luitenant henry... Ja, juist, de baas van uw echtgenoot. Ik heb slecht nieuws... Ja... Neen, zo erg is het niet, maar onze eenheidsdokter zal hem toch moeten onderzoeken. Daarnet vernam ik dat het met Oswald niet goed gaat... Wat zegt u?... Duizelig, rood in zijn gezicht, hevige koppijn, braken... Waarschijnlijk heeft er iemand in Oswald zijn koffie antabus gedaan... Ja, een medicament om iemands alcoholmisbruik af te leren... Maar dat is zeer strafbaar als het wordt toegediend zonder medeweten van degene die het inneemt. Weet u soms niet wie dat kan gedaan hebben? Neen?... Ik begrijp het ook niet. 't Is misschien een misplaatste grap. Een dokter kan daar natuurlijk niet mee lachen. Oswald had nu gans zijn thermos leeggedronken, waardoor controle van de koffie onmogelijk is. Maar onze dokter zal zeker de koffie in 't vervolg testen als het nog eens gebeurt. Ingeval er dan antabus inzit, verzeker ik u dat ik er de rijkswacht zal opzetten... Natuurlijk is dat nodig, mevrouw. U kent Oswald het best van al. Ik zie hem ook alle dagen en ik kan u verzekeren dat hij hoegenaamd geen alcoholicus is. Ten hoogste drinkt hij één of twee pintjes bij zijn middageten, meer niet, maar dat is al genoeg om de tegenwerking van die antabus te ondervinden... Jaja, deze avond zal hij naar huis kunnen komen... Graag gedaan, mevrouw... 't Is niks. Nog een goedendag verder.
Oswald zijn aangezicht is nadien nooit meer rood aangelopen, althans niet door antabus.
Dit is slechts één van de vele voorbeelden: iedereen, voor wie hij zich verantwoordelijk voelde, kon steeds de steun van henry inroepen. |
||||||