Toen
ze 's avonds omstreeks tien uur in Gent-Sint-Pieters arriveerden, vonden
beide zeemannen dat ze 'de langste dag' alle eer moesten aandoen en zelfs
moesten trachten te overklassen. Van naar huis gaan, daar was dus geen sprake van.
Om te beginnen trakteerde henry
zijn secretaris aan een frietkraam en samen genoten ze daar onder de
straatverlichting van die Vlaamse lekkernij in een puntzak alsof het de fijnste
kaviaar betrof.
-- Commander, dat
is de laatste naar mijn huis, zei Theo terwijl hij naar een aanrijdende tram
wees.
-- Hoe... Wilt ge
nu naar huis?
-- Bah ja,
commander, 'k voel mij in form en 'k zou
mijn wijveke toch ne goeie stuut willen geven.
-- Aha! Dan moet
ge dat doen, hé, lachte henry.
Nadat hij Theo
met enige moeite op 'zijn' tram had gestoken - een tramrit die slechts zo'n tien minuten zou
duren - ging henry te voet naar
huis. Enkele dagen later vertelde Theo hem, dat hij niet begreep hoe het mogelijk was
dat hij uiteindelijk thuis kwam per taxi...
*
* *
* * *
* * * *
* * *
* *
*
|