- N m17h45,3 - |
||
|
||
Na een mum van tijd.
-- Commandant henry? klonk het ietwat bedeesd vanuit de telefoonhoorn. -- Ja. -- Met de vrouw van Sus... -- O, aangenaam, mevrouw. Uw stem klinkt een beetje angstig. Waarmee kan ik u helpen? -- Ik ben er nog niet goed van. Gisteren kreeg ik een aanmaning tot het betalen van een factuur. Het gaat om veel geld. Kort vóór zijn dood heeft mijn man nog een achterbouw in glas laten plaatsen... -- Ja, zo heb ik hem ook gekend: altijd zorgzaam voor zijn gezin. Zelfs op zijn werk dacht hij aan u. Toen ik onlangs bij u ben geweest, was ik hoegenaamd niet verwonderd toen u mij de groentetuin toonde, die hij had aangelegd. Elke groente mooi afgelijnd, zorgvuldig, rij na rij na rij. Ongelooflijk. Zo was hij. In het besef dat uw man onvervangbaar is, gaan we toch trachten u volop te helpen. Zeg eens, mevrouw, wat kunnen we doen voor u? -- Dat is vriendelijk van u, commandant. Ik weet zeker dat mijn man die factuur nog heeft betaald. Héél zeker. Ik heb gisteren gans de dag gezocht naar het bewijs, maar ik vind dat niet. Ik ben in paniek. 't Gaat om veel geld en ik heb al zoveel kosten. -- Natuurlijk. Met de begrafenis. Maar jaag u niet op. Dat komt in orde. Sus was altijd correct. Hij zal dit zeker betaald hebben. Ik krijg zo'n onbehaaglijk idee over die aannemer. Wees gerust, ik doe het nodige. -- Ja? Hoe gaat u dat doen? -- Kijk, onlangs was één van mijn miliciens demob. Een jonge, maar uitstekende advocaat. Zeer vriendelijke man. Ik heb hem ingeschakeld als adjunct bij onze computerterminal. Op 't einde van zijn legerdienst had hij reeds al zijn verlof opgebruikt en juist toen kon hij opnieuw solliciteren bij een paar zeer interessante advocatenkantoren. Als ik me goed herinner, was dat in Antwerpen, maar dat speelt geen rol. 'k Zal wel direct zijn telefoonnummer vinden, hoor. Hij kreeg van mij de nodige supplementaire gunstverloven, waardoor hij zich in die advocatenkantoren kon gaan presenteren. En dat is gelukt! Direct na zijn legerdienst mocht hij er beginnen werken! Op de laatste dag van zijn militaire dienst kwam hij me speciaal bedanken en hij zei dat ik steeds naar hem mocht bellen als er een probleem was. Wees dus gerust, mevrouw Sempels, ik ken hem goed: uw probleem zal hij zeker oplossen. Ik bel u vandaag nog op.
Enkele uren later.
-- Mevrouw Sempels, ik heb goed nieuws. Ge moogt die aanmaning als onbestaande beschouwen. Die aannemer heeft bekend dat hij uw betaling wel degelijk heeft ontvangen. De advocaat heeft naar die aannemer getelefoneerd en die is meteen door de mand gevallen. Het zit zo: uw aannemer kreeg enkele dagen geleden een belastinginspecteur over de vloer. Die had ontdekt dat hij voor u die achterbouw had gemaakt. Maar dit stond niet vermeld in zijn boekhouding. Met andere woorden, hij had dit in het zwart gedaan. Hij wist echter dat Sus was gestorven en om uit de tang van de fiscus te geraken, rekende hij erop dat gij in uw toestand die factuur niet zoudt vinden. Daarom maakte hij aan de inspecteur wijs, dat hij de factuur nog naar u moest opzenden. -- Dat kan niet, commandant. Ik herinner het me nu: ik heb gezien dat mijn man aan die aannemer contant betaalde! |
||