- N m19h54,14 -

Timi vertelt aan henry over

PIETJE  POTLOOD

 

Ge vraagt u nu natuurlijk nog af waarom ik met Pietje Potlood in contact ben gebleven. Ik geef toe dat hij een bandiet is, maar eigenlijk is hij de eerste die mijn leven een andere wending heeft gegeven. Door hem heb ik me voor de eerste keer kunnen losrukken uit de criminele greep van Berten en Gineï.

Voor goede gezinnen zal het later misschien schandalig klinken als ze horen dat ik als jong meisje uit mijn ouderlijk huis ben gevlucht. Maar ík leef niet in een goed gezin. Gineï en Berten dwingen me om misdrijven te plegen, voornamelijk als ze in geldnood verkeren. En telkens als ik weiger dat te doen, dreigt Gineï ermee om me in een verbeteringsgesticht te laten opnemen. En ik weet wat dat betekent! In de familie is dat al eens gebeurd met een jongen. Dat was nochtans een brave jongen. Maar toch is het met de nodige leugens gelukt om hem te doen opnemen! Die jongen is in dat gesticht zodanig hard aangepakt, dat hij er is uitgekomen als een bandiet. In mijn situatie zie ik dus geen andere uitkomst dan onverwacht met mijn persoonlijk gerief te vluchten van mijn ouders. Want Gineï dreigt ermee om al mijn persoonlijk gerief te vernietigen. Ik heb wel niet veel, maar daar zitten voor mij wel mooie herinneringen aan verbonden. Vooraleer ik u leerde kennen, heb ik al een beetje geluk gehad. Op een dag zaten we voor de zoveelste keer in een café. Berten zat aan de toog en naast hem zat per toeval een jonge gast die zich direct in mij interesseerde. Daarom begon hij Berten volop te trakteren. Tussen die twee boterde het direct. ’t Is niet moeilijk: ze waren allebei baas van een bende. Berten nodigde hem zelfs bij ons thuis uit en gaf hem de bijnaam van Pietje Potlood, omdat hij zo fijn van gestalte was. Pietje Potlood reed met de auto van zijn moeder en ik mocht van Berten met hem beginnen meerijden. Wat een luxe! Ik, die nog nooit zonder Berten en Gineï uit Brugge was geweest! En ook moest ik binst niet gaan werken! Pietje Potlood had een stamcafé in Oostende. Daar kwam zijn bende regelmatig samen: de Rode Peperbende. Dertig man. Drugsdealers. Daar kwam ook een tweede bende samen: de Groene Peperbende. Dat waren concurrenten. Twintig man. Eén van die Groenen werd zelfs jaloers op Pietje Potlood en trachtte me te verkrachten in de wc. Maar ik heb hem dat afgeleerd… Normaal waren de bendeleden in ‘t café aan het babbelen en zaken aan het regelen, terwijl ik aan de toog zat en daar iets dronk. In het begin was dat cola. Pietje Potlood gedroeg zich altijd als een gentleman. Hij deed voor mij altijd de deur open. Nooit sloeg hij me. Hij bracht me altijd terug naar huis. Gineï bleef altijd wakker tot ik thuiskwam. Maar ze begon me meer en meer te bekritiseren. Met als gevolg dat ik me in het stamcafé meer en meer moed begon in te drinken en altijd maar later en later begon thuis te komen. In ‘t café leerden ze me Pisang Ambon Orange drinken. Die smaak beviel me. Als ik dan ’s nachts thuiskwam en Gineï durfde iets verkeerds tegen mij zeggen, keerde ik de rol om en begon ik haar aan te pakken. Ze werd bang voor mij en ik zag haar van week tot week vermageren. Dat deed haar goed, want ze was toch te dik geworden. Omdat ik het meisje was van de bendeleider, mocht ik vanuit het stamcafé met de bende meerijden als er ‘s nachts iets speciaals te doen was. Ik nam dan plaats achteraan op een Harley-Davidson of een BMW Motorrad en werd geblinddoekt, zodat ik niet kon zien waar ze me naartoe voerden. Daar heb ik erge dingen gezien. Er wordt gezegd dat hanengevechten en hondengevechten verboden zijn. Awel, ik heb die toch gezien. Vreselijke taferelen. En ik die dieren graag zie! Het liefst werd de Stafford Bull Terrier in het gevecht gezet. Zulke twee opgehitste honden rukten van elkaar de stukken uit het lijf en, pas op, aten die stukken nog op ook! Het liefst werden witte dieren gebruikt. Dan zagen de toeschouwers het bloed beter gulpen op de lijven.