- N m21h62,1 -

 

 

 

 

 

 

DE  STUDIO  VAN  SVEN

 

 

 

 

Nadat hij met Timi achter zich de trap was opgegaan en op de bovenste verdieping de deur had geopend, stond henry versteld van wat hij zag. Was dát dan de studio waarin zijn zoon had gewoond? Was dat dan de ‘ferme’ gemeubelde studio waarvoor Sven de huursom van negenduizend frank per maand had betaald? En waarvoor die in het begin een borgsom had moeten betalen? Voor zo’n klein, somber studiootje waarin niet eens deftige meubels stonden? Er stond enkel een eenvoudig bed en er was een kleine ruimte met een paar kleine zeteltjes. Er was ook een smalle kamer die dienst moest doen als keuken en er was ook nog een kamertje met wc en bad. Alles in ’t klein. Waarom, vroeg henry zich af, had Sven zijn domicilie op het adres van MM en was hij toch bij haar niet gaan wonen? Het gehuurd werkmanshuis, waarin zij op haar eentje woonde, was immers toch nog beter dan dat armetierig studiootje. Zag zij hem dan misschien toch niet zo graag zoals ze steeds beweerde? Hoofdschuddend merkte henry op dat MM na de zelfmoord al op het studiootje was geweest om de door hem bekostigde dure Clo-Clo glitterkostuums en ook nog ander waardevol gerief van Sven te komen stelen. Maar waaraan henry zich het meest van al ergerde, was dat er aan die studio een brandladder ontbrak, zodat zijn zoon bij het uitbreken van een brand volledig ingesloten zat en onmogelijk had kunnen ontsnappen. Kortom, het was een slecht verblijf. De eigenaar-verhuurder van de studio was een gepensioneerde winkelier. Uit eigenbelang trachtte hij nu na Svens zelfmoord MM tot steun te zijn door henry te beginnen ambeteren en van hem ten onrechte een kleine dertigduizend frank te eisen. Zuivere aftroggelarij, waar de advocaat van henry meteen laconiek een stokje voor stak.

 

De lof der zotheid is merkbaar op vele begrafenissen. Ook henry ontsnapte er niet aan: hij stond er zelfs perplex van toen hij in de studio dubbels van recente brieven vond, waarin zijn zoon zich voortdurend uiterst kwaad maakte tegen een hoopje personen, dat het hem in zijn leven blijkbaar zeer moeilijk had gemaakt. Perplex, omdat datzelfde hoopje personen, nu dat hij dood was, deed alsof het tot zijn beste vriendenkring had behoord. Perplex omdat die personen nu deel uitmaakten van de meute van MM die het tegen henry en Timi begon op te nemen en, tenminste als ze er de kans toe kreeg, amok zou maken op de begrafenis.

 

Laus Stultitiae.

De Lof der Zotheid.

i