- N m22h70,2 - |
||||||
Om de Vlamingen
ondertussen koest te houden, spande de neocommunistische overheid zich zó
goed in, dat geen enkele Vlaming nog een goede kijk kon krijgen op de toestand
in zijn samenleving. Dat bekwam ze door voor een hoop quasi-synoniemen te
zorgen, waaruit ze kon putten als een woord op dat moment een te
onsympathieke of te criminele weerklank had: immigrant, expat, migrant,
vreemdeling, inwijkeling, extreme moslim, jongere, asielzoeker, vluchteling,
illegaal, mens zonder papieren, allochtoon. Met het woord allochtoon en
autochtoon jongleerden de media zodanig, dat de man van de straat, die geen
Grieks had geleerd, niet goed meer wist of het over een vreemdeling ging of
over iemand van zijn eigen volk. Hoewel België
een agentschap had opgericht om de asielzoekers op te vangen, hadden ‘brave
zielen’ verenigingetjes gesticht om elke immigrant, van zodra hij zijn eerste
voet op de Belgische bodem had gezet, de weg te tonen om in België van alle
mogelijke financiële voordelen te kunnen genieten en om desnoods gebruik te
maken van een pro-Deoadvocaat, die nota bene voornamelijk door de Vlaamse
belastingbetalers werd vergoed. In vele gevallen bekwam de immigrant op die
manier zelfs een hogere financiële uitkering dan de rasechte Vlaming die na
jarenlange arbeid zonder werk zat. Eén zaak werd
duidelijk tijdens henry’s speurtocht: een wiskundige had uitgerekend dat elke
immigrant tijdens z’n leven één miljoen euro kostte aan de Belgische
schatkist. En men vermoedde op dat moment dat er al één miljoen immigranten
in België vertoefden… Tijdens z’n
grasduinen werd het voor henry door allerlei feiten eens te meer duidelijk,
dat België een neocommunistisch land was geworden. Want waarom mochten
bijvoorbeeld sommige mensen tijdens de kiescampagnes affiches uithangen van
communisten zoals Ché Guevara en Fidel Castro, die nochtans ook veel moorden
op hun geweten hadden? En waarom zag henry achter de voorruit van sommige
woningen een ‘hamer en sikkel’-affiche straffeloos hangen, het symbool van de
communisten die veel meer moorden hadden begaan dan de nazi’s, van wie het
hakenkruis-affiche nochtans verboden was? Waarom mocht men twijfelen aan het
bestaan van de Russische goelagkampen, waarin miljoenen mensen de dood
vonden, terwijl men verdoemd werd als negationist en met grote boetes de
gevangenis werd ingedraaid als men twijfelde aan het bestaan de
naziconcentratiekampen? Het was telkens duidelijk dat hier in België met twee
maten werd gemeten, waarbij aanhangers van linkse politieke partijen
voordelig werden behandeld.
|
||||||