- N m7 h11,10 -

 

 

 

 

 

 

Van henry hadden ze een goed omschreven opdracht meegekregen: indien ze door een kinderlokker werden benaderd, moesten ze in de cinema direct enkele rijen naar achteren gaan zitten om hem in het oog te houden. Als hij vertrok moesten ze proberen te ontdekken wie hij was door bijvoorbeeld zonder op te vallen de nummerplaat van zijn auto te noteren.
De scouts gingen meestal naar de cinema Vooruit omdat hij de goedkoopste van Gent was. Naar achteren toe ging de bioscoopzaal steil naar omhoog, zodat elke kijker de film goed kon volgen. Als er een pedofiel in de zaal zat, kwam die in actie van zodra het donker werd. De scouts voerden hun opdracht uitstekend uit en henry was verbijsterd van het resultaat. Na enkele weken waren reeds drie pedofielen gesignaleerd en henry maakte telkens de gegevens over aan de enthousiaste commissaris van de ZOB.
Toen henry de vierde kwam aangeven, zei de commissaris tot zijn spijt, dat ze er moesten mee ophouden op bevel van de procureur. De zestienjarige henry was nog te jong om het "systeem" te begrijpen. Voor hem was het een ontgoocheling. Hij zette zich met zijn scouts totaal kosteloos in om de maatschappij een dienst te bewijzen en dát werd verboden door "een procureur". Deze zou de actie als "uitdagend" bestempeld hebben. "Mijnheer de commissaris, wij dagen hoegenaamd niemand uit", verdedigde henry zich. "'t Spijt me even erg, jongen, maar ik moet de orders van de procureur uitvoeren."
Ook de andere jongens van de groep betreurden de beslissing. Zij hadden toch niets misdaan? Hoe kon de politie nu die kindergekken arresteren? De commissaris had in 't begin zelf gezegd dat het zeer moeilijk was om die schurken te vatten.
Voor de allereerste keer wantrouwde henry het gerecht.
Een gerecht dat de brave burger niet beschermde.
Een gerecht dat dwarsboomde.

Later zei zijn professor in de psychologie:
"Rechtvaardigheid en gerecht zijn twee... En 't zou één moeten zijn."








* * * * * * *

i