- N m8 h12,12 - |
||||
|
||||
ONAANTASTBARE PROFESSORS
Het rechtvaardigheidsgevoel van henry kreeg het in de universiteit fel te verduren. Twee specifieke gevallen bleef hij zich tot op hoge leeftijd herinneren.
Daar was bijvoorbeeld het partieel examen van professor Plantmans. Hij begon met zijn ondervraging aan het einde van de lang uitgerekte tafel, waaraan de studenten aan weerszijden in hun microscopen aan het kijken waren en notities maakten. Telkens kwam hij achter een student staan en murmelde een onverstaanbare vraag. Niet onmiddellijk antwoorden of "ik heb u niet goed verstaan, professor" betekende een nul, waarna Plantmans achter de volgende student ging staan en de zelfde vraag op de zelfde manier stelde. De studenten die een eindje verder zaten, probeerden de vraag te horen en pikten zo nu en dan een min of meer verstaanbaar woord op, waardoor ze met iets meer kans op succes er maar op los antwoordden toen zij aan de beurt waren. Aldus lukte het zo nu en dan een student om toch goed te antwoorden. Daarna herbegon Plantmans zijn spelletje met een andere vraag. Walgelijk, vond henry, walgelijk hoe die professor met het geld van de ouders speelde.
Alle examens werden mondeling afgenomen en elke professor had zo zijn eigen methode.
Er was bijvoorbeeld die professor die berucht was voor zijn streng systeem in het toekennen van punten. Als een student op de eerste examenvraag niet goed antwoordde, kreeg hij steevast een nul en mocht vertrekken. Als hij echter uitstekend antwoordde, kreeg hij een tweede vraag. Hierop niet goed antwoorden, betekende opnieuw vertrekken. Bij een uitstekend antwoord op deze tweede vraag, wist de student dat hij voor het examen geslaagd was. Met een derde vraag wilde de professor weten hoe hij de student kon rangschikken. Uitermate streng maar rechtvaardig, dacht henry tot wanneer een beeldschone studentin zich voor de eerste zittijd presenteerde. Ze zat twee tafeltjes van henry verwijderd. De porre kreeg een eerste vraag, kon er niet op antwoorden en begon lichtjes te schreien. Ze kreeg een tweede vraag en kon er ook niet op antwoorden, maar mocht toch nog blijven. Daarna kreeg ze een derde, zeer gemakkelijke vraag en kon daar wel een voldoend antwoord op geven. Ze was geslaagd...
|
||||