- N m8 h12,6 - 

 

 

Omdat hij alle danspassen kende, stond hij bij de eerstvolgende muzieknoot al op en was daardoor andere mogelijke aanbidders te vlug af. Na de gebruikelijke plichtplegingen vroeg hij Monique opnieuw ten dans. Hij had geluk: 't was een slow. Alzo kon hij terug met haar wat babbelen en misschien wat informatie van haar krijgen.

-- Ge kunt goed dansen, fluisterde hij haar geruststellend toe.

-- Dank u, zei ze terwijl ze minnelijk in zijn ogen keek.

-- Waar woont ge? hernam henry

-- Hier in Gent.

-- In welke straat?

Ze glimlachte, maar gaf geen antwoord. Ze was iets kleiner dan hem. Over haar schouder heen zag hij zijn vriend Jo en een tiental andere koppeltjes, die rondom hem over de dansvloer floreerden.

-- Woont ge ver van hier? zette henry het gesprek voort.

-- Ik zeg liever niet waar ik woon.

Ze slowden verder en henry veranderde van onderwerp. Hij deed haar zelfs een paar keer lachen vooraleer het orkest stopte en hij haar terug naar haar tafeltje bracht.

 

Waarom wilde ze hem haar adres niet geven? Wat zat daar achter? Hij deed alsof hij naar Jo luisterde, maar zijn gedachten waren elders. Telkens als het orkest begon te spelen, spoedde hij zich naar Monique. Op den duur stond ze zelfs recht van zodra hij naar haar toe kwam.

 

-- Komt ge volgende zaterdag terug naar de Bortelo? wilde hij tijdens de zoveelste dans weten.

-- Neen. Volgende week gaat het niet.

-- Spijtig. Waarom niet?

Ze begon te lachen.

-- Als ik dát zeg, weet ge direct waar ik woon, verklaarde ze en ze begon opnieuw te lachen.

 

Hij herinnerde zich hoe hij als kleine jongen met zijn broer, zoals de meeste kinderen trouwens, op elke paasdag naar chocoladen eieren mocht zoeken. Die paaseieren waren door hun ouders op alle mogelijke en onmogelijke plaatsen tussen, boven en onder de meubels weggestopt. Om hen bij het zoeken helpen, informeerden hun ouders hen met de geijkte zinnetjes "dicht bij de brand" en "ver van de brand". Jawel, hij voelde zich nu als op Pasen dicht bij de brand.

 

-- Zeg het me dan maar, maande hij haar aan. 'k Zal het uiteindelijk toch te weten komen. Tenzij ge me natuurlijk niet meer wilt zien...

-- Toch wel. Ik moet thuis blijven omdat het in mijn straat gebuurtenfeest is en mijn vader de schatbewaarder is. Nu ik u dat heb verteld, is het voor u maar een klein kunstje om te weten te komen waar het in Gent volgende week  gebuurtenfeest is... Ik woon in de Vlierstraat. Vlierstraat 13.