- 077 -

 

 

 Hij werd er aangenomen als "vertrouwenspersoonbeambte". Hij vond dit een belachelijk lange titel voor zo'n nederige dienstbetrekking. Hij had een afkeer van dikdoenerij. Zijn twee lange vakantiemaanden offerde hij op om de werkomstandigheden van een groot bedrijf een beetje beter te leren kennen. Deze ervaring overtuigde hem eens te meer dat studies belangrijk zijn. Na de grote vakantie van 1962 zette hij zich met hernieuwde moed in voor het laatste jaar van de lerarenopleiding.

 

 

Foto uit het familiealbum:

het tweede jaar wiskunde (1962 - 1963) op de binnenhof van het Regentaat.

Uiterst links (gehurkt): henry.

Uiterst rechts (rechtopstaand): de prof in de wiskunde.

 

 

Hieraan begon hij met de twintig resterende studenten, die uit alle hoeken van Vlaanderen kwamen en van wie er tien maanden later nóg vijf zakten in het eindexamen. Op 26 juni 1963 behaalde henry het diploma van leraar wiskunde. Hij werd de achtste op eenentwintig, was de beste uit het Gentse, maar wat van groter belang was: hij werd door de prof in de psychologie erkend als de beste lesgever van de afdeling wiskunde. Tijdens de eindejaarsreceptie feliciteerde deze prof hem met de woorden: "Een prima lesgever zoals gij zal zeker geen moeite hebben om direct een plaats van leraar te bekomen."

Dat beloofde een briljante carrière.

 

Toen henry de zware, eikenhouten deur voor de laatste keer achter zich hoorde toeslaan en boven op de stenen trap een strelende bries hem in het gezicht blies, besefte hij pas dat die onplezierige studies gedaan waren. Hij slaakte een diepe zucht van verlichting en voelde zich vrij als een vogel. Denkend aan de woorden van zijn prof, dacht hij dat de grootste problemen nu opgelost waren... Doch henry ondervond enkele weken later reeds dat wie-kent-ge belangrijker was dan wat-kent-ge. Deze syndicale stellingname kwam in botsing met zijn rechtvaardigheidsgevoel in een periode waarin de laatste open plaatsen in het secundair onderwijs volzet geraakten.