- 106 - 

 

 

de VEC terug op het bureau vóór de kapitein schoof, bestudeerde deze laatste het strak aangezicht van henry.

-- Zozo, gij wast u dus na het eerste appel niet. En waarom niet?

-- Kapitein, ik heb zeer straf baardhaar. Als ik me 's morgens bij het klaarmaken ook nog moet wassen én scheren, heb ik meer tijd nodig dan het toegestane kwartiertje. Daarom was ik me 's avonds vooraleer ik naar bed ga om me 's anderendaags goed glad te kunnen scheren, verduidelijkte henry in de voorgeschreven stokstijve houding.

-- Het reglement voorziet dat hij zich éénmaal per etmaal moet wassen. Dan is hij toch in orde! concludeerde de kapitein terwijl hij zijn CSM met een gestrenge, ondervragende blik bekeek.

-- U hebt gelijk, kapitein, antwoordde de onderofficier.

-- Dan onderteken ik dit op de VEC voor 'gezien'. Matroos henry, ge kunt beschikken.

-- Muts... op! Rechts... om... keer! beval de CSM terwijl hij de deur opende. Looppas... mars!

 

-- Aha! Daar is hij, zie! riep Striktmans voldoende luid om de aandacht te trekken van de kamergenoten, die bezig waren met hun geweren te kuisen. En hoeveel dagen hebt ge gekregen?

-- Geen enkele, antwoordde henry terwijl hij hem recht in het aangezicht keek.

-- Chachacha! Striktmans proestte het uit van 't lachen. Allee, kom, henry. Zeg ons nu eens eerlijk hoeveel dagen ge van de kapitein kreeg.

-- Geen enkele.

-- Dát kan niet. Dat kán niet. Wacht maar, manneke, vanavond zullen we wel zien dat ge op de verzameling van de gestraften moet zijn.

Die avond, na een dag van zware instructies en oefeningen op de vlakten en in de bossen rondom Arlon, bleef henry na het avondmaal expres op zijn bed rustig een boek lezen. Om zes uur stipt weergalmde de stem van de postcommandant vanuit de luidsprekers door de ganse kazerne: "Verzameling van piket en gestraften!"

-- Ge moet aantreden met de gestraften, zei Striktmans die per se wilde genieten van zijn overwinning op henry en dus verplicht was óók in de kamer te blijven.

-- Nee, ik blijf hier. Ik lig hier goed, plaagde henry.

-- Ge moet gaan. Anders wordt ge morgen nog erger gestraft.

-- Ik weiger de vuilste karweien, die aan de gestraften worden gegeven, uit te voeren. En 'k zal nog meer zeggen: straks, om zeven uur, ga ik naar de kantine.

-- Wablief! Maar... dan riskeert ge cachot! Ge weigert niet alleen een straf uit te voeren, maar bovendien gaat ge als gestrafte de kantine binnen! Uw officiersopleiding moogt ge dan gerust vergeten!

-- Dan zijt ge van mij direct verlost, hé.

-- Ge zult morgen wat beleven!

's Anderendaags stond Striktmans versteld omdat henry niet op 't verslag moest komen. "Dat kan niet", kermde de kameroudste. "Ik heb het al altijd gezegd: